Bonne Nuit Guten Morgen

Slaaprijtuigen op spoorwegaffiches

RETOURS spoorweghistorie en design
English version

Voor treinreizen die langer duurden dan een dag, verschenen eind 19e eeuw luxe slaaprijtuigen op de rails. Ze werden verzorgd door gespecialiseerde bedrijven, zoals Wagons-Lits en later Mitropa. De 'rijdende hotels' waren in eerste instantie alleen weggelegd voor welgestelden. Affiches brachten het nachtelijk reizen in beeld met schone slaapsters en veel donkerblauw.

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er goedkopere opties voor massatoerisme, maar daarmee verdween wel iets van de romantiek. Rond 2000 nam het aantal slaaptreinen sterk af door de opkomst van hoge­snelheidstreinen en goedkope vliegtickets. Vanwege het klimaatbeleid beleeft de nachttrein momenteel een renaissance. Geldt dat ook voor de affiches?

door

Wagons-Lits

Vanaf 1865 liet de Pullman Palace Car Company luxe slaap­rijtuigen rijden over de lange Amerikaanse spoortrajecten. Toen de Belgische bankierszoon Georges Nagelmackers per Pullman-trein door de VS reisde, zag hij een gat in de Europese markt. Nagelmackers richtte in 1876 zijn Compagnie Internationale des Wagons-Lits op (letterlijk: internationaal slaapwagenbedrijf), kortweg Wagons-Lits genoemd. Hij sloot overeenkomsten met vele spoorwegmaatschappijen om slaap- en restauratierijtuigen te laten meerijden in bestaande treinen. Al snel strekte het netwerk zich uit van Madrid tot Boekarest.

Op het oudste affiche van Wagons-Lits uit 1880 is nog een kort slaaprijtuig afgebeeld met drie vaste wielassen. Enkele jaren later werden draaistellen ingevoerd, waarmee lange rijtuigen toch door de bochten konden en het rijcomfort toenam. De nieuwe slaapwagens reden zo vloeiend dat men zich kon scheren bij een snelheid van 80 kilometer per uur, zoals een passagier het beschreef. Vanaf 1883 begon Wagons-Lits ook exclusieve luxetreinen zonder reguliere rijtuigen. Daar golden uitsluitend eersteklasse plaatsbewijzen met toeslag, alleen bereikbaar voor de elite. De Orient-Express was de eerste van deze luxetreinen, al snel gevolgd door de Mediterranée Express, Nord Express en Rivièra Express.

In de jaren na de Eerste Wereldoorlog verving Wagons-Lits de oude teakhouten rijtuigen geleidelijk aan door nieuwe stalen exemplaren met art deco-interieurs, net als voorheen uitsluitend met een eerste klasse. Onder invloed van de economische omstandigheden voerde het bedrijf in 1929 ook tweedeklasse slaaprijtuigen in met iets minder ruime coupé's. Het verschil met de eerste klasse was gering, zo blijkt uit een anoniem affiche. Het toont een fraai ingerichte tweepersoonscoupé — met eigen wastafel — in zowel dag- als nachttoestand, wanneer de zitbank door de conducteur was 'omgebouwd' tot twee bedden.

Wagons-Lits 2e classe, 1929 | Anonymous (Spoorwegmuseum)

Opmerkelijk veel moderner was een jaar later het affiche van de invloedrijke Franse ontwerper A.M. Cassandre. In plaats van de binnen- of buitenkant van een slaaprijtuig liet hij de diepblauwe nacht zien, onderbroken door een rood sein langs de rails. Cassandres zoon Henri Mouron schreef er later over: 'En Wagon-Lits de 2e Classe (1930), Cassandres laatste spoorwegaffiche en een voorbeeld van een ontwerp geïnspireerd op het urbane landschap, is ontegenzeggelijk overtuigend. Het adembenemend eenvoudige apparaat met rood licht, dat opgloeit in de mistige duisternis langs een zijspoor, is perfect in overeenstemming met onze poëtisch geladen ervaring van naar buiten turen door het raam van een voortspoedende nachttrein.' Dit affiche werd in verschillende varianten uitgebracht, met en zonder de grote '2' van tweede klasse.

Mitropa

Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog was Mitropa opgericht, waarmee Duitsland de hegemonie wilde doorbreken van het Belgisch-Franse Wagons-Lits. Met een allegaartje aan slaap- en restauratiewagens werd een Middeleuropese tegenhanger gevormd. Na de Duitse nederlaag werd de markt van Mitropa beperkt tot Duitsland, Oostenrijk en noordelijke buurlanden. In 1927 liet Mitropa 68 nieuwe stalen slaaprijtuigen bouwen. Met deze nieuwe rijtuigen kreeg Mitropa ook een moderne huisstijl, ontworpen door graficus Karl Schulpig, de 'vader' van het moderne logo-design. Het materieel werd bordeauxrood gelakt met gele belettering en Mitropa-beeldmerk, een adelaars­kop met de letter M en een wiel.

Twee art deco-affiches kondigden de nieuwe rijtuigen aan. Lucian Zabel beeldde in 1928 een elegante dame af die haar make-up verzorgt in een Mitropa-slaapwagen. Zabel werkte in de typisch Duitse 'Plakatstil' met simpele vormen, egale kleurvlakken en opvallende letters. Het affiche verscheen in meerdere talen. De oorspronkelijke tekst 'Wer nachts reist spart Zeit und Geld' werd in het Nederlands 'Voor uwe reizen door Midden-Europa'. Op een affiche van de Duitse schilder Walter Hemming (1894-1979) rijden de bordeauxrode slaapwagens bijna diagonaal door het beeld, met op de achtergrond sterk gestileerde gebouwen in bijpassend geel. Bovenaan stond in het Duits vermeld dat wie met slaapwagens reist tijd en geld bespaart. De onderkant kon in verschillende talen worden bedrukt.

Na de Tweede Wereldoorlog zou Mitropa, net als Duitsland zelf en de Duitse spoorwegen, in tweeën worden gedeeld. In de DDR bleef de vooroorlogse naam gehandhaafd en was Mitropa een van de weinige aandelenvennootschappen. Een Hongaars affiche voor slaaprijtuigen uit 1967 laat zien dat Mitropa samenwerkte met Utasellátó, de reizigersservice van de Hongaarse spoorwegen. In West-Duitsland werd de Deutsche Schlafwagen- und Speisewagen Gesellschaft (DSG) opgericht. Het Mitropa-verleden bleef zichtbaar aan de kleur van de rijtuigen en het logo. Na de Wende werden beide bedrijven in 1990 herenigd, maar al snel viel Mitropa uiteen in onderdelen met andere namen.

Train bleu

Al sinds 1886 verbond de Méditerrannée Express Parijs met de Côte d'Azur. Het was een luxetrein met slaap- en restauratierijtuigen van Wagons-Lits. Aanvankelijk waren deze van teakhout, maar vanaf eind 1922 deden nieuwe stalen S-rijtuigen hun intrede. Door de donkerblauwe kleur daarvan kreeg de trein al snel de bijnaam Train Bleu (vanaf 1947 de officiële naam). Het blauw viel mooi samen met de kleur van de Méditerrannée. De benaming sloeg ook aan bij de Engelse clientèle, getuige de slogan 'Summer on the French Riviera by the Blue Train'. Voor de Britse toeristen begon een treindeel al op het Gare Maritime in Calais. De Train Bleu vertrok vroeg in de avond uit Parijs, om de volgende ochtend te arriveren in Marseille, Saint-Raphaël, Juan-les-Pins, Antibes, Cannes, Nice, Monte-Carlo en tenslotte Menton bij de Italiaanse grens.

Vanaf 1928 reden er in de Train Bleu nog comfortabeler rijtuigen van het type LX. De L stond voor luxe en de X voor de 10 ruime slaapcoupé's in elk rijtuig. De luxueuze ambiance en de mondaine bestemmingen trokken beroemdheden aan, zoals Charlie Chaplin, Coco Chanel, Winston Churchill en de schrijvers F. Scott Fitzgerald, Evelyn Waugh and Somerset Maugham. Agatha Christie schreef in 1928 de detectiveroman The Mystery of the Blue Train.

Een affiche uit 1926 van Emile-André Schefer (1896-1942) gebruikte de naam Train Bleu nog niet, al was het kleurgebruik een hint. Het affiche maakte tegelijkertijd reclame voor de reguliere sneltreinen van spoorwegmaatschappij Paris-Lyon-Méditerranée (PLM) naar de Côte d'Azur. Schefer was gespecialiseerd in het tekenen en schilderen van treinen voor affiches, spoorwegtijdschriften en educatieve kinderboeken. Hij was medeoprichter van de Franse 'spoorwegvrienden' AFAC en na zijn dood werd de Prix Schefer ingesteld voor de beste treinenschilders.

A new blue train, 1928 | Pierre Zenobel (Spoorwegmuseum)

Slechts één kleur had Pierre Zenobel (1905-1996) nodig voor het affiche 'A new blue train to the Côte d'Azur', dat in 1928 verscheen bij komst van de LX-rijtuigen. Linksboven is het blauw dat van de nacht, rechtsonder van de Middellandse zee. Zenobel was ook decoratieschilder en schilder van landschappen en stillevens. In 1937 maakte Roland Hugon (1911-?) nog een fraai affiche voor de PLM, waarop de Côte d'Azur als in een droom in de stoom boven de rails verschijnt. Het was een van de laatste PLM-affiches; deze maatschappij werd het jaar daarop onderdeel van de SNCF, waarvoor Hugon nog wintersportaffiches zou ontwerpen.

Night Scotsman

De bijnaam Flying Scotsman werd in 1924 ook de officiële benaming van de sneltrein tussen Londen en Edinburgh over de East Coast Main Line. Deze treindienst van de London and North Eastern Railway (LNER) vertrok elke morgen om 10 uur en deed er ongeveer 8 uur over. Er was echter ook een nachttrein, Night Scotsman genoemd, doe rond half 11 's avonds vertrok.

De trein telde maar liefst 14 rijtuigen, waarvan de helft eerste- en derdeklasse slaaprijtuigen. Ook concurrent London Midland & Scottish Railway (LMS) had een nachttrein naar Schotland, over de West Coast Main Line. Beide diensten werden gezamenlijk gepromoot op een van de drie affiches die begin jaren dertig verschenen in het liggende Quad Royal-formaat.

The Night Scotsman, 1931 | Alexandre Alexeïeff (ReclameArsenaal)

De vanuit Rusland naar Parijs gevluchte Alexandre Alexeïeff was niet alleen decorontwerper en illustrator, maar ook pioneer op het gebied van animatiefilms. Op zijn affiches voor de LNER schiep hij een haast surrealistische wereld. Voor de Night Scotsman schilderde Alexeïeff een zwevende locomotief onder een volle maan, weerspiegeld in een meer.

De sprookjesachtige scène is uitgevoerd in transparante tinten die doen denken aan zijn latere animatiefilms, zoals Sleeping Beauty en Die Nacht auf dem Kahlen Berge met muziek van Modest Mussorgsky. Van het affiche was ook een versie met als tekst 'To London by sleeper' voor de trein in omgekeerde richting.

The Night Scotsman, 1932 | Robert Bartlett (Lyon & Turnbull)

Hoewel minder dromerig, wist ook Robert Bartlett (gegevens onbekend) in 1932 een geslaagd affiche te maken voor de Night Scotsman. Een stoomlocomotief rijdt door een maanovergoten nachtelijk landschap, terwijl machinist en stoker het vuur hoog opstoken om de reizigers 's morgens in Schotland te laten aankomen.

By night train to Scotland, 1932 | Philip Zec (Swann Galleries)

Philip Zec maakte het gezamenlijke affiche By Night Train to Scotland voor de LMS en LNER. De trein raast op volle snelheid onder een volle maan, met een rookpluim die vanonder wordt verlicht door het vuur van de locomotief. Deze nachtelijke scène vormt een uitzondering in het oeuvre van Zec. Hij werd vooral bekend om zijn politieke cartoons en propaganda-affiches tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Night Ferry

De enige rechtstreekse trein tussen Parijs en Londen die vóór de Kanaaltunnel bestaan heeft, was vanaf 1936 de Night Ferry. De slaaprijtuigen reden in Dover op een speciale veerboot, om aan de overkant in Duinkerken hun weg te vervolgen. De passagiers konden dus gewoon blijven liggen. De trein vertrok rond 10 uur 's avonds van London Victoria en arriveerde de volgende morgen om 9 uur op het Gare du Nord. De tijden in omgekeerde richting waren vergelijkbaar. De Night Ferry was een samenwerking tussen Wagons-Lits, de Chemins de fer du Nord (al snel SNCF) en de Southern Railway (later British Railways).

'Bonsoir Paris, Bonjour Londres' luidde de passende tekst op het affiche van Paolo Federico Garetto (1903–1991) voor de introductie van de 'ferry-boat'. Dezelfde ontwerper maakte een bruingekleurde variant voor de Southern Railway, waarop de slapende dame vervangen was door twee grote ogen. In de ene pupil weerspiegelde Londen bij nacht en in de andere de Eiffeltoren. De van oorsprong Italiaanse Garetto was zijn carrière begonnen als cartoonist en ontwierp ook omslagen voor Vanity Fair. Behalve voor de Franse spoorwegen maakte hij affiches voor Air France en rederij Italian Line.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de Night Ferry stil; pas in 1947 kon de dienst worden hervat. Tien jaar later werd Brussel als directe bestemming toegevoegd, met een koersrijtuig dat aftakte in Lille. In 1959 bracht de Southern Region van British Railways een schilderachtig affiche uit, gemaakt door ene P. Dull'ous. Het verscheen in drie varianten met verschillende opdruk: Night Ferry, Ferry du Nuit en Nacht Ferry. Op die laatste stond in kleinere letters: 'Doorgaande slaapwagens Brussel-Zuid - Londen. Elke nacht, gans het jaar door.' In 1980 werd de Night Ferry opgeheven vanwege het groeiende vliegverkeer.

Wagons-Lits 'Touriste'

Na herstel van de schade door de Tweede Wereldoorlog werd de Europese samenleving meer egalitair en wilden steeds meer 'gewone' mensen op vakantie. Het tijdperk van de luxetreinen, met uitsluitend rijtuigen van Wagons-Lits, was definitief voorbij. Wel bleven er slaap- en restauratierijtuigen meerijden in reguliere internationale treinen. Wagons-Lits moest zich aanpassen en introduceerde een toeristenklasse.

Deze klasse bood coupés met drie slaapplaatsen, in plaats van de gebruikelijke één of twee. Naast nieuwe slaaprijtuigen van het type U (Universal) introduceerde het bedrijf een futuristisch ontwerp van inox (roestvrij staal), Type P genoemd naar hun ontwerper M. Pillepich. Ze bevatten 20 eenpersoonscoupe's met wastafels, verdeeld over twee niveaus. Donkerblauwe rijtuigen naar vooroorlogs ontwerp bleven echter nog beeldbepalend.

Vanaf 1950 bracht Wagons-Lits veel affiches uit om klanten terug te winnen en nieuwe doelgroepen aan te boren. Een mooi tijdsbeeld geeft een affiche door Guy Georget (1911-1992), dat lijkt op het omslag van een detective-pocketboek. Georget was dan ook artistiek directeur van een uitgeverij geweest. Vanaf eind jaren veertig maakte hij vele affiches voor het Spaanse toerismebureau, Philips, de Franse spoorwegen en vooral Air France.

Op het paarse affiche van Georget lijkt het Franstalige opschrift 'Wagons-Lits' misschien algemene reclame te maken voor het gelijknamige bedrijf, maar het ging hier specifiek om de slaaprijtuigen. Dat blijkt ook uit de Engelstalige versie met de tekst 'Travel by sleeping car'. Het ovale raam in de deuren van het afgebeelde slaaprijtuig verraadt dat het er een was van het luxe type LX met tien coupés.

Wagons-Lits, 1953 | Jean Don (Artnet)

Ontwerper Jean Don (1900-1985) was geboren in Boekarest. Tussen de beide wereldoorlog had hij vooral affiches gemaakt voor casino's in Deauville, Cannes en La Baule en voor bals en gala's in Parijs. Enige frivoliteit was ook niet vreemd aan zijn naoorlogse ontwerpen voor Wagons-Lits, zoals een jonglerende ober op een affiche voor restauratierijtuigen.

Wagons-Lits, 1953 | Jean Don (Christie's)

Don maakte in 1953 een twee affiches voor slaaprijtuigen. Opvallend is dat hij de liggende man in pyjama nogal karikaturaal afbeeldde, maar de slapende vrouw op het 'zusteraffiche' niet. Zij lijkt te dromen van luchtig ontwaken aan de Middellandse Zee. Bij de man is de tekst 'Profitez de la vie' (geniet van het leven) toegevoegd.

Voyages - Confort, ca. 1960 | Jean Colin (coll. Arjan den Boer)

Het affiche dat Jean Colin (1912-1982) enkele jaren later maakte, lijkt op dat van Jean Don, zij het dat de vrouw inmiddels wakker is en naar buiten kijkt. Ook is de tekenstijl veel schetsmatiger. Colin was een van de oprichters van de Alliance Graphique Internationale (AGI) en ontwierp zo'n 300 affiches, bijvoorbeeld voor Shell en Pernod. Zijn ontwapenende stijl sprak een breed publiek aan. In 1959 won hij een gouden medaille voor het beste Franse affiche.

Sleeping Cars, 1959 | Bill Wirts (Christie's)

Bill Wirts (1917-1962?) werkte tot ongeveer 1950 in de Verenigde Staten als illustrator van western-boeken en familietijdschriften. Hij verhuside naar Frankrijk en specialiseerde zich in de visuele combinatie van vrouwen en vervoermiddelen. Hij illustreerde affiches en kalenders voor Vespa en Duomatic en maakte reclames voor de Renault Dauphine en Simca Vedette. Eind jaren vijftig illustreerde hij voor Wagons-Lits een affiche van een stel in een slaapcoupé.

Ligrijtuigen en vakantietreinen

Na de toeristenklasse van Wagons-Lits kwamen de Franse en Duitse spoorwegen met een nog economischer oplossing: couchettes. Deze hadden zes slaapplaatsen per coupé, drie boven elkaar. Ook de Nederlandse Spoorwegen (NS) lieten vanaf 1958 couchetterijtuigen bouwen, Plan N genoemd. Elk rijtuig bevatte 10 compartimenten voor 6 personen. Vanwege het gedeelde karakter boden couchettes weinig privacy, behalve dan voor grote gezinnen. Ter onderscheid van de 'echte' slaaprijtuigen werden die met couchettes ligrijtuigen genoemd (Schlafwagen cq. Liegewagen in het Duits, Voiture-lits cq. Couchettes in het Frans).

NS Ligrijtuig, 1958 | Jan de Haan (Spoorwegmuseum)

Om de nieuwe NS-rijtuigen onder de aandacht te brengen verscheen het affiche 'Maak gebruik van een ligrijtuig voor uw buitenlandse reis'. De drie liggende personen kregen wat meer ruimte toebedeeld dan in de zespersoons couchettes werkelijkheid was. De blauwe achtergrondkleur was gelijk aan die van de buitenzijde van de rijtuigen. De stijl van het affiche doet denken aan de ontwerpen die Raymond Savignac maakte voor de Franse spoorwegen, maar hoogstwaarschijnlijk kwam het ontwerp van de vaste NS-reclametekenaar Jan de Haan (1917-1975).

Bergland-Express, ca. 1960 | Jan de Haan (Spoorwegmuseum)

De couchetterijtuigen reden onder andere in vakantietreinen naar de Alpen en Zuid-Frankrijk. Steeds meer Nederlanders konden op vakantie dankzij goedkope all-in reizen per touringcar of trein. Reisbureaus lieten speciale vakantietreinen rijden naar populaire bestemmingen, zoals de Hotelplan-Expres, Bergland-Expres en Zon-Expres. Dit zogenoemde forfaitair vervoer viel buiten de reguliere dienstregeling. 'Toerist lachende derde in concurrentiestrijd tussen spoor en bus', schreef Het Parool in 1953.

Terwijl de Hotelplan-Express herkenbaar was aan de logo's van deze reisorganisatie, was de Bergland-Expres voorzien van neutrale koersborden. Deze vakantietrein was namelijk een samenwerkingsverband van een tiental touroperators, waaronder de Nederlandse Reisvereniging (NRV), Lissone-Lindeman en Wagons-Lits/Cook. 'Snel en comfortabel naar de Alpen', luidde de slogan van de Bergland-Expres. De bestemmingen lagen vooral in Zwitserland (Bazel en Luzern) en Oostenrijk (Salzburg).

1000 km in één nacht

Brussel-Milaan, 1962 | Paul Funken (coll. NMBS, Train World Heritage)

De Belgische spoorwegen (NMBS) gebruikten in de jaren zestig vaak de aanprijzing '1000 km in één nacht met slaap- of ligwagen'. Het ging om treinreizen vanuit Brussel naar Milaan, Salzburg, Kopenhagen en de 'Azurenkust' (Cannes, Nice en Menton). Voor reizigers die hun auto willen meenemen op vakantie was er de auto-nachtexpres naar Narbonne, Avignon, München en Milaan, met aansluitingen voor Rome, Brindisi en Griekenland. In tegenstelling tot andere maatschappijen adverteerde de NMBS gezamenlijk voor slaap- en ligrijtuigen, dus zowel voor rijtuigen met privécoupés als couchettes voor 6 personen.

Brussel-Salzburg, 1961 | André Pasture (coll. NMBS, Train World Heritage)

De affiches werden gemaakt door de vaste NMBS-ontwerpers Paul Funken en André Pasture. Funken (1932) was van oorspong architect en meubel­ontwerper. De illustraties op zijn eerste spoorweg­affiches waren opgebouwd uit egale vlakken in warme kleuren, die goed pasten bij de behaaglijke sfeer van slaaptreinen. De in Frankrijk geboren André Pasture (1928-2006) was afgestudeerd aan de Koninklijke Academie in Brussel en droeg bij aan de inrichting van de wereldtentoonstelling Expo 58. Daarna ontwierp hij vele affiches voor het Belgisch commissariaat voor toerisme en vooral de spoorwegen.

Auto-nachtexpres, 1965 | André Pasture (coll. NMBS, Train World Heritage)

Pastures ontwerpen bestonden uit een geabstraheerde weergave van een zorgvuldig gekozen object of symbool. Voor de Auto-nachtexpres was dit een ledikant met in het hoofdeind een auto en in het voeteinde een trein. Zijn stijl werd steeds minimalistischer, in combinatie met het nieuwe lettertype Helvetica.

Couchettes 2e classe, 1965 | André Pasture (coll. NMBS, Train World Heritage)

In 1965 ontving Pasture een onderscheiding op de International Poster Biennale in Warschau voor het affiche '500 km per avondtrein via Parijs'. In datzelfde jaar maakte hij ook een affiche met kleurenfoto's, waarbij hij als ontwerper verder naar de achtergrond trad. De drie fotostroken gaven de drie slaapplaatsen boven elkaar goed weer.

Une nuit en voiture-lit

Une nuit en voiture-lit, 1973 | Bernard Villemot (coll. Arjan den Boer)

Rond 1970 lieten de Franse spoorwegen (SNCF) affiches maken waarop slapende vrouwen centraal stonden. Deze slaapsters refereerden waarschijnlijk niet alleen aan slaaptreinen, maar impliciet ook aan erotiek. Een affiche van een jonge vrouw met blonde lokken en grote wimpers gebruikte psychedelische kleuren en vormen uit de jeugdcultuur van die tijd.

Enkele jaren later koos ontwerper Bernard Villemot voor een getinte vrouw met donker haar. Verwees hij daarmee naar legendarische treinen met exotische bestemmingen zoals de Orient-Express, of was het een teken dat de bevolking diverser werd? Villemot was bekend om zijn losjes getekende affiches voor Orangina, Perrier, Bally-schoenen en Bergasol-zonnecrème, waarop hij ook vaak vrouwen afbeeldde in verschillende tinten bruin en zwart, net als de baadsters op zijn SNCF-affiche voor de Côte d'Azur.

Eind jaren zestig had het Zwitserse reclamebureau Gisler & Gisler al een fotografisch affiche gemaakt met een close-up van een slapende blonde vrouw. Het werd door spoorwegmaatschappijen in heel West-Europa gebruikt met opschriften in verschillende talen, zoals bijvoorbeeld 'Voyage rêvé — en wagons-lits' en veel prozaïscher: 'Win een dag — neem de slaapwagen'.

Trans Euro Night (TEN)

In 1971 vormde negen West-Europese spoorwegmaatschappijen een pool (gezamenlijke voorraad) van slaaprijtuigen, Trans Euro Night (TEN) genoemd. Hierin werden alle slaaprijtuigen ondergebracht, ook die van Wagons-Lits en de Deutsche Service-Gesellschaft (DSG), de West-Duitse opvolger van Mitropa. Door de veranderende markt waren deze ooit gerenommeerde bedrijven niet meer in staat vernieuwingen te bekostigen. Nieuwe rijtuigen lieten de spoorwegmaatschappijen in het vervolg zelf bouwen, terwijl de bestaande rijtuigen van Wagons-Lits en DSG werden geleased of overgenomen. Deze kregen een donkerblauwe kleur en werden voorzien van TEN-logo's.

De oude slaapwagenbedrijven hielden zich voortaan alleen nog bezig met hun kernactiviteit: dienstverlening aan reizigers in slaap- en restauratierijtuigen. Wagons-Lits en DSG bleven dus het personeel leveren, maar niet meer de rijtuigen.

De naam Trans Euro Night (in Nederland en Duitsland Trans Euro Nacht genoemd) deed denken aan de Trans Europ Express (TEE), maar stond los van deze snelle en luxe dagtreinen. De hoge kwaliteit van de TEE zou nooit door TEN geëvenaard worden. Er werd zowel gezamenlijk — in meerdere talen — als per land reclame gemaakt voor TEN-slaaprijtuigen. Terugkerende elementen waren een hoofdkussen en een donkerblauwe achtergrond, gecombineerd met slogans die vooral de tijdwinst benadrukten. Rond 1980 werd een affiche-ontwerp met een grote opkomende zon van Vic Callaert, die veel voor de Belgische spoorwegen werkte, internationaal gebruikt in verschillende tekstvarianten.

'Reizen en dromen in het slaaprijtuig', stond op een ander TEN-affiche. Een columnist van Kontekst, vakblad voor kommunikatie noemde dit in 1975 als voorbeeld van een slagzin die niet werd waargemaakt. Hij beleefde de meest slapeloze nacht van zijn leven: 'In dat kleine, benauwde kamertje lig je feitelijk in een éénpersoons horrorbioscoop met een Sensurround-effect… Kijk dat zijn nu van die dingen waaraan je denken moet als je twee zalig slapende mensen op een affiche ziet. Truth in advertising?'

Inter-City Sleeper

Rond 1970 hernoemde British Rail (BR) de binnenlandse slaaptreinen tot Inter-City Sleepers. Affiches met metro-achtige kaarten lieten zien hoe uitgebreid het nachtnetwerk was. De routes waren in neonkleuren aangegeven tegen een donkerblauwe achtergrond, als een soort sterrenbeelden. De oostkust-route van Londen naar Edinburgh en Aberdeen, en de westelijke route naar Glasgow en Inverness, waren de belangrijkste. Op fotografische affiches met slapende reizigers stonden slogans als 'Inter-City Sleepers make the going eazzzzy' en 'Travel in your Pyjamas'.

De ongeveer 30 slaaptreinverbindingen die het Verengd Koninkrijk rond 1975 kende, waren tien jaar later in aantal gehalveerd. Dit kwam door de groei van binnenlands vliegverkeer en door de politieke druk op British Rail om verliesgevende diensten op te heffen. Wel werden de oude slaaprijtuigen van het type Mark 1, gebouwd rond 1960, vervangen door moderne Mark 3-rijtuigen, Sleeper Either class with Pantry (SLEP) genoemd. Directe aanleiding daarvoor was een fatale brand in een slaaprijtuig in 1978, waarbij 12 mensen omkwamen. De SLEP-rijtuigen werden afgebeeld op een affiche met als opschrift 'The Journey of a Nighttime'.

Het bereik van het netwerk werd in 1985 nog aangeprezen met: 'InterCity Sleepers run every night from London to Scotland, the North East, the North-West and the West of England. Also Bristol/Birmingham to Scotland.' Om de nachttreinen rendabeler te maken werden kortingkaarten ingevoerd en rijtuigen met alleen zitplaatsen toegevoegd. De nieuwe klandizie zorgde echter voor dronkenschap en rumoer aan boord, wat ten koste ging van het imago. De slaaptrein langs de oostkust werd in 1988 opgeheven. De westkust-route bleef als enige bestaan en kwam in 1995 in handen van ScotRail. Onder de naam Caledonian Sleeper bestaat deze nachttrein van en naar Schotland nog steeds.

Neergang en revival

Het aantal slaaptreinen liep eind 20e eeuw terug door het groeiende vliegverkeer en de opkomst van hogesnelheidstreinen. Overgebleven diensten werden in 1993 geschaard onder de noemer EuroNight. Een ander deel werd voorgezet door CityNightLine, een initiatief van de Deutsche Bahn (DB). NS Internationaal begon in 2000 nog de OverNightExpress naar Milaan, die slechts anderhalf jaar bestond. In 2009 kwam er een einde aan de EuroNight 'Orient-Express' tussen Straatsburg en Wenen, een laatste restant van de ooit zo luxe Orient-Express. Zo werden de meeste EuroNight-diensten in West-Europa opgeheven, terwijl ze in het midden en oosten van Europa bleven bestaan. De Duitse spoorwegen stopten in 2016 met de CityNightLine. Wel is de Nightjet van de Oostenrijkse spoorwegen actief in Oostenrijk, Duitsland en buurlanden.

DB CityNightLine, 2012 | Anonymous (DB)
ÖBB Nightjet, 2016 | FCB Neuwien (ÖBB)
 

Vanwege duurzaamheid en het klimaat begint er een herwaardering van nachttreinen op gang te komen. De Nightjet gaat inmiddels weer van Brussel en Amsterdam naar Wenen, terwijl Snälltåget vanuit Zweden naar Berlijn rijdt. Er ontstaan ook nieuwe initiatieven zoals European Sleeper, die Brussel en Amsterdam met Berlijn en Praag gaat verbinden. De Ostende Vienne Orient Experience wil vanuit België nachttreinen naar Oostenrijk en Italië laten rijden. Het Franse Midnight Trains zal zich nadrukkelijk richten op het luxesegment.

Renaissance of the Night Train, 2021 | Leticia Sere / Grafik (Back on Track)

De weinige recente affiches van CityNightLine en Nightjet zijn nogal prozaïsch. Om hier tijdens het Europees Jaar van de Spoorwegen verandering in te brengen, wordt er een ontwerpwedstrijd gehouden door Back on Track, een Europees collectief ter bevordering van het grensoverschrijdende spoorverkeer. Het motto van de affichecompetitie luidt 'The Renaissance of the Night Train'. De ingezonden ontwerpen mogen geen foto's zijn en moeten de voordelen van nachttreinen duidelijk maken. RETOURS levert een van de juryleden. Tot de prijzen behoren een InterRail-kaart en slaaptreintickets.