retours
december 2013
Na zeven landen te hebben doorkruist begon LIFE-fotograaf Jack Birns aan de laatste etappe van z’n reis. Istanbul was het eindpunt van de Simplon Orient-Express, vertrokken uit Londen — of eigenlijk Calais.
Na het weinig Amerikaans gezinde Joegoslavië en de visumproblemen in Bulgarije zullen Birns en z'n reisgenoot enigszins opgelucht Turkije zijn binnengereden. Tijdens de rit van zo'n 250 kilometer fotografeerde Birns het dagelijks leven op de stations van Oost-Tracië.
De trein bereikte het oude Constantinopel over hetzelfde spoor als de eerste Orient-Express in 1888. Ook al was Turkije door Ataturk gemoderniseerd, aan de aankomst op het Sirkeci-station was weinig veranderd sinds de Ottomaanse tijd.
door Arjan den Boer
Bij Uzunköprü reed de trein definitief Turkije binnen, na de eerdere grenspassage bij Edirne en een korte rit door Griekenland.
Het houten station van Uzunköprü dateert uit 1873, toen de Chemins de fer Orientaux werden aangelegd. Het eenvoudige stationsgebouw is na 140 jaar nog in gebruik en heeft onlangs een opknapbeurt gehad.
De tender van de locomotief — al vanaf Edirne van de Turkse spoorwegen — werd bijgevuld met kolen. Er was geen hijsinstallatie; sjouwers droegen manden met kolen op hun rug over een loopplank.
Onder een boom bij het station van Uzunköprü zitten zwartgesluierde moslimvrouwen te picknicken, terwijl op de achtergrond het slaaprijtuig van de Simplon Orient-Express zichtbaar is.
De Simplon Orient-Express bereikte in Uzunköprü z’n langste samenstelling. Dit kwam door de toevoeging van vijf Turkse derdeklas rijtuigen en zes goederenwagons. Een groot contrast met de vooroorlogse situatie, toen de hele trein uit eersteklas rijtuigen bestond. In 1950 reden slechts één slaaprijtuig en één zitrijtuig de gehele route van Parijs naar Istanbul.
In Uzunköprü werd de Simplon Orient-Express voorzien van een Lokantali Vagon, oftewel een restauratierijtuig.
In Joegoslavië en Bulgarije waren de restaurants van Wagons-Lits niet welkom, maar op het Turkse traject reden ze wel. Hierop leed men verlies, maar de traditie werd in ere gehouden, aldus het LIFE-artikel. Op de foto is inderdaad slechts één lone diner te zien.
De teakhouten restaurantwagen dateerde uit circa 1910. Rond 1925 schakelde Wagons-Lits over op stalen rijtuigen. Vooral in Turkije en Oost-Europa bleven de houten wagens echter nog lang in gebruik. Kort na de Tweede Wereldoorlog speelde materiaalschaarste mee bij de inzet van oude rijtuigen. De luxe van de Belle Époque was er inmiddels uit verdwenen.
Pehlivanköy heeft als een van de weinige kleinere plaatsen aan het traject van de Chemins de fer Orientaux een stenen stationsgebouw, ook al is het niet groot. Foto's van Birns tonen hoe passagiers er met koetsjes van het station werden opgehaald.
Bij het station van Çerkezköy was het een drukte van belang. Passerende soldaten en spoorwegbeambten vonden het geen probleem dat er iemand op de rails zat.
Vanaf Çerkezköy is het nog ruim honderd kilometer naar Istanbul.
De trein reed het oude Constantinopel binnen bij Yedikule. De spoorlijn doorsnijdt de antieke landmuur van Theodosius en loopt vlak langs het Fort met de Zeven Torens. Op foto's van Jack Birns passeert de trein een van de torens.
Precies op deze plek gaat de spoorlijn sinds 2013 de grond in: bij Yedikule begint de spoortunnel van Marmaray, die onder de oude stad en de Bosporus doorloopt. De spoorlijn waarover de Orient-Express reed is sinds kort dus niet meer in gebruik.
Marmaray is een ondergrondse spoorverbinding onder de Bosporus die Europa met Azië verbindt. Voor dit prestigieuze project is ook de oude stad ondertunneld en worden nieuwe stations gebouwd. De tunnel is ruim 13 kilometer lang, waarvan 1387 meter onder water. Na veel vertraging bij de aanleg (onder meer door archeologische vondsten) is de tunnel eind 2013 geopend.
De laatste kilometers voor het eindpunt loopt de spoorlijn direct achter de zeemuren die Constantinopel ooit beschermden tegen aanvallen vanaf het water. Deze muur bleek overigens geen belemmering voor de ridders van de Vierde Kruistocht. Erachter ligt het terrein van het Topkapı-paleis. Bij aanleg van de spoorlijn in 1872 offerde de sultan een deel van de paleistuin op, om zo de stad beter te ontsluiten.
Net voorbij het Seraglio-punt, de kaap die de Zee van Marmara van de Gouden Hoorn scheidt, begint het spoorwegemplacement van Sirkeci. Een bord op het seinhuis kondigt de eindbestemming Istanbul aan.
De ruim 3.000 kilometer lange reis naar Istanbul had 80 uur geduurd — een gemiddelde snelheid van nog geen 40 kilometer per uur. Grensperikelen en materiaalschaarste waren hiervan de oorzaak; kort voor de Tweede Wereldoorlog bedroeg de reisduur slechts 56 uur.
Overigens heeft Jack Birns de reis in etappes gemaakt en is waarschijnlijk zo'n twee weken onderweg geweest.
Op de foto's van de aankomst op Istanbul Sirkeci zien we militairen, kruiers, conducteurs en passagiers. Toch wekt het station een wat stille indruk vergeleken met andere stations onderweg, en in verhouding tot de grootte van de stad.
In de ramen van de rijtuigen zien we de hoefijzerbogen en roosvensters van het bijzondere stationsgebouw weerspiegelen.
Het station uit 1890 is in uitbundige Oriëntaalse stijl ontworpen door de Duitse architect August Jachmund, die de Ottomaanse bouwkunst had bestudeerd. Hij probeerde Oost en West samen te brengen — net als de Orient-Express.
Het Sirkeci-station was bijna honderd jaar het eindpunt van de Orient-Express. In 1977 vertrok de laatste rechtstreekse trein naar Parijs. Tot 2012 reden er treinen naar de Balkan, zoals de Bosporus Express naar Boekarest met koersrijtuigen voor Belgrado. In 2013 vertrok de laatste lokale trein van Istanbul Sirkeci.
Vanwege de aanleg van de spoortunnel onder de Bosporus ligt het spoor van de Orient-Express er nu verlaten bij.
Het station blijft bewaard als monument. Toeristen kunnen er een klein spoorwegmuseum bezoeken of derwisjen zien dansen in de stationshal. Het terras van restaurant 'Orient Express' biedt uitzicht op het voormalige vertrekspoor.
Met het bereiken van het eindstation was Birns' taak bijna volbracht. Restte hem nog het maken van enkele sfeerbeelden van Istanbul. Hij koos hiervoor onder meer de Nusretiye-moskee met de Bosporus en de Gouden Hoorn als achtergrond. Achter de moskee liggen de kades van Tophane, waar goederen werden gelost. Nu is hier Istanbul Modern gevestigd en leggen er cruiseschepen aan. De moskee is momenteel in restauratie.
Birns en Rowan zijn waarschijnlijk begin mei 1950 per vliegtuig teruggekeerd naar hun standplaats Rome. Hun reportage verscheen op 11 september 1950 in LIFE Magazine. Van de 1750 foto's werden er 30 afgedrukt. Rowans tekst werd niet integraal opgenomen maar door een redacteur samengevat.
Het artikel eindigt met een contrastrijk beeld van de Zee van Marmara met daarboven een rookpluim van de Simplon Orient-Express.
De fotoserie van Birns vormt een unieke documentatie van de nadagen van de legendarische Simplon Orient-Express, die in 1962 werd opgeheven.
Het eindpunt is bereikt als de Simplon-Orient Express met een lange rookpluim achter zich aan Istanbul binnenstoomt, waar de zon silhouetten maakt van de koepel van de Aya Sophia en de vissersboten op de Zee van Marmara.
LIFE, 11 september 1951
In 1954 stopte Jack Birns als fotojournalist en werd zakenman. Na z'n pensioen kreeg hij weer aandacht voor z'n oude foto's. In 1991 hield hij een fotoexpositie getiteld Intrigue on the Orient Express in het Carnegie Art Museum in Oxnard, Californië. In 2003 verscheen z'n boek Assignment: Shanghai, maar de foto's van de Simplon Orient-Express zijn nooit in boekvorm verschenen.
In 2008 overleed Jack Birns. In hetzelfde jaar digitaliseerde Google het fotoarchief van LIFE. Voor het eerst werden alle foto's van Birns gepubliceerd, echter zonder gegevens zoals plaatsnamen. Door de foto's te bestuderen en vergelijken kon retours in zeven afleveringen zijn reis reconstrueren.
Jack Birns fotografeert de Simplon Orient-Express in 1950
Vorige afleveringen:
[Rowan, Roy (correspondent) and Birns, Jack (photographer)] LIFE rides the Simplon-Orient Express. Europe's most famous train has lost its luxery but kept its air of intrigue. LIFE september 11, 1950 p. 137.
Sölch, Werner Orient-Express. Glanzzeit und Niedergang eines Luxuszuges Düsseldorf 1974.
Google Cultural Institute: LIFE Photo Collection
Los Angeles Times: Orient Express Rides Again
Wikipedia: