Joyaux de Belgique

Schilderachtige spoorwegaffiches van Armand Massonet

RETOURS spoorweg­historie, vormgeving en fotografie
English version

De Belgische kunstenaar Armand Massonet maakte rond 1950 een serie van tien toeristische affiches voor de Belgische spoorwegen. Op elk affiche staat een stad of streek centraal — van Vlaamse kunststeden tot Ardense dorpjes. Massonet was een meester in het vlot en schetsmatig vastleggen van licht en beweging. Ondanks grote verschillen vormt de affichereeks een bijzondere eenheid.

Slechts op enkele affiches komen spoorwegmotieven voor. Massonets onderwerpskeuze was soms gedurfd, zoals een naakte vrouw of een lucht vol industriedampen. Dat gold ook voor de uitwerking in aquarel of gouache, met ruwe penseelstreken en ongebruikelijke perspectieven. Aan toeristische clichés zoals blauwe luchten deed Massonet niet. Wel liet hij zich inspireren door de romantische landschapsschilderkunst.

door

Armand Massonet (1892-1979) was oorspronkelijk onderwijzer. Als autodidact die graag in de Brusselse straten schetste ging hij avondlessen volgen aan de Academie voor Schone Kunsten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij aan het IJzerfront ingezet als frontschilder. Ook maakte hij het geïllustreerde frontblad La Claque à Fond. Tijdens verloven volgde Massonet lessen aan de École des Beaux Arts in Parijs bij Fernand Cormon, leermeester van Vincent van Gogh en Henri de Toulouse-Lautrec. In deze periode ontstonden zijn eerste affiches voor hulp aan oorlogsslachtoffers en veteranen.

Tussen de beide oorlogen was Massonet tekenleraar en pedagoog met een eigen tekenmethode en lesboeken. Tegelijk had hij succes met portretten en stadsgezichten en als affiche-ontwerper voor de Brusselse jaarbeurs en kunstexposities. In het volgende decennium maakte hij mode-affiches en populaire schilderijen met jazzbands en dansers.

Na 1945 stopte Massonet als leraar en wijdde zich volledig aan kunst en ontwerpwerk. Hij verbleef regelmatig in Parijs in de kringen rond de Franse schilder Maurice de Vlaminck. Massonet ontwierp nu ook commerciële affiches voor Agfa-Gevaert en gebruiksgrafiek voor Philips. In deze jaren ontstond de toeristische serie voor de NMBS. Het was niet zijn enige opdracht voor de spoorwegen: hij maakte ook een groot schilderij van een baanwerker en illustraties voor een personeelsvademecum.

De tien affiches — een schets voor een elfde werd nooit uitgevoerd — verschenen in het Frans, Nederlands, Duits en Engels. De afmetingen waren 62x100 cm en de oplage bedroeg zo'n 1.500 à 3.000 per affiche. Ze hingen waarschijnlijk ook op stations in de buurlanden. In het familiearchief zijn schetsen en foto's bewaard gebleven die de ontstaansgeschiedenis laten zien. Ook lichtte Massonet zijn werkwijze toe in publicaties.

Armand Massonet in zijn atelier vol affiches, ca. 1950 | coll. Marc Veldeman

Ongeveer alles geschiedt buiten, zoals thans met de aanplakbrief. Om het even of het in Doornik, La Gaume, Malmedy of St-Hubert is, men maakt ze buiten en werkt ze binnen af door er honderd maal rond te lopen. Niet bang zijn om veertien dagen in het landschap te blijven als dat nodig is, met de mensen te spreken, vragen te stellen en overal te tekenen. Een vogel die vliegt, vindt altijd wel iets. Een aanplakbrief ontstaat niet in de donkere kamer. Men moet aan surrealiteit doen, onmogelijkheden met elkaar verbinden en het beeld vinden uit 'niets'.

Dan gaat het er om de aanplakbrief te vervaardigen, en hier heeft men gezond verstand nodig. Daar deze voor iedereen is bestemd, moet men het publiek zijn deeltje laten bijdragen... Want het publiek legt de laatste hand aan uw aanplakbrief. Zo is het gelukkig en omhelst het u, zeldzaam goed, vallende ster, meteoor! De aanplakbrief moet zijn zoals het lied, een eenvoudig gedicht zijn, geschreven voor iedereen, maar in een uitgelezen, verfijnd kader, want hij moet al de bevolkingslagen behagen, van het parket tot de engelenbak.

Massonet in 'De mooie aanplakbrieven van de NMBS,' Treinen nr. 9, 1952

Chaudfontaine, 1948

Het eerste affiche van Massonet voor de Belgische spoorwegen was waarschijnlijk dat voor het Waalse kuuroord Chaudfontaine in 1948. Het is mogelijk dat de kunstenaar het in eerste instantie ontwierp voor het casinobestuur van Chaudfontaine, maar toen deze niet enthousiast waren het ontwerp aan de spoorwegen aanbood.

Een naakte vrouw, op de rug gezien in een van de thermaalbaden van Chaudfontaine, vormt het hoofdmotief. Ze schikt haar haar terwijl ze geniet van de verkwikkende waterstralen. Op de achtergrond is het casino van Chaudfontaine afgebeeld met silhouetten van bezoekers en hun automobielen.

Het destijds gedurfde affiche bleef niet onopgemerkt. Hoewel we de vrouw op de rug zien en waterstralen de details verhullen, ontving de NMBS een brief van een pastoor uit Chaudfontaine die zich beklaagde over de onzedelijke voorstelling.

La Gaume, 1948

De Gaume in Belgisch-Lotharingen aan de grens met Frankrijk is de warmste streek van België. Toeristen waarderen de Gaume vanwege 'een vleugje Provence'. Massonet beeldde het meest zuidelijke dorpje Torgny af, bekend om z'n krekels en zuidelijke flora. De huizen met oranje pannendaken leunen tegen de heuvels. De hele kleurstelling van het affiche was volgens Massonet gebaseerd op de steenkleur. Vooraan in het idyllische tafereel scharrelen kippen, terwijl een boer met kind een koe naar de stal leidt. Bij een kar staan twee vrouwen met elkaar te praten en tegen een van de huizen geniet een man van de zon. Op de achtergrond doorbreken zonnestralen het indrukwekkende wolkendek boven de groene Maasvallei.

In het zwarte tekstvlak onderaan staat een landkaartje van de Gaume en omgeving, inclusief Noord-Frankrijk en Luxemburg. Ook is een schematisch silhouet van een trein afgebeeld. De letters zijn, zoals op alle affiches, door Massonet met de hand getekend.

Maak in het lied van de krekels uw eerste tour d'horizon. Adem het geurige land in met bloemen en rijp fruit. Volg het wolkenspel. Rij te paard door de omgeving, spring over de hekken, naar La Ramonette en Frankrijk. Neem het landschap voorzichtig maar zonder barrières. Luister naar de vriendschap der dingen. Het beeld, het toeristische affiche, komt later wel, in het atelier en uit het hoofd.

Bekijk Marville met z'n muurhuizen, de frontons als wimpers boven de deuropeningen, en verderop Avioth met z'n basiliek 'La Recevresse' verloren in het land, in galop terug over de grens naar Torgny, ons onderwerp, om dit geïsoleerde stukje Provence in het noorden te begrijpen. Ronde dakpannen, poortjes uit 1563, 1695, gehouwen uit die warme, rode en zachte steen waar je wel beeldhouwer om zou willen worden. Deze steen zal de toonzetting van het affiche bepalen.

Armand Massonet, L'Aquarelle, 1956

Mons, 1949

De Waalse stad Mons (Bergen) werd door Massonet gerepresenteerd door het belfort, de monumentale klokkentoren die de stad overheerst. Dit bouwwerk uit de 17e eeuw is het enige Belgische belfort in barokstijl, waarvan de 'overdadige' kenmerken goed zichtbaar zijn op het affiche. De toren is 87 meter hoog en biedt ruimte aan 49 klokken.

De donkere wolkenlucht, geen voor de hand liggende toeristische aanbeveling, is kenmerkend voor de kunstenaar. Het lijkt of er net een hevig onweer is overgetrokken; de toren baadt alweer in het zonlicht terwijl een regenboog door de wolken breekt. Witte vogels scheren om de toren. Op de voorgrond zijn de daken en schoorstenen van de huizen nog donker weergegeven. De op alle affiches aanwezige vermelding Société Nationale des Chemins de Fer Belges (of in een andere taal) staat alleen op deze van Mons onderaan.

Charleroi, 1949

Dit is het enige uit de reeks spoorwegaffiches van Armand Massonet dat zich direct als zodanig laat herkennen. Het heeft dan ook geen stad of streek als thema maar de verbinding tussen twee steden. Het affiche werd gemaakt ter gelegenheid van de elektrificatie van de 55 kilometer lange spoorlijn tussen Brussel en Charleroi, die in oktober 1949 gereed kwam.

Een elektrische locomotief flitst over een brede blauwe baan van de ene naar de andere stad. De diagonale loop, de onscherpe 'bewogen' delen en rafelige randen suggereren snelheid. De bovenleiding is weergegeven als een bliksemschicht, symbool van hoogspanning. Bovenaan gaat de baan over in de contouren van enkele Brusselse gebouwen zoals de koepel van het Paleis van Justitie. Onderaan eindigt de strook in de industriële skyline van Charleroi.

Bruxelles, 1950

Het affiche voor hoofdstad Brussel behoort tot de meest succesvolle uit de serie. Het toont de bekende Grote Markt in vogelvlucht tegen een zwarte achtergrond. Deze egale kleur is ongebruikelijk voor Massonet, die zich normaal graag uitleefde op woeste wolkenluchten en andere gemêleerde texturen. Het kader in goudkleurige inkt steekt mooi af tegen het zwarte vlak, net als de dito belettering.

Het stadhuis, het Broodhuis en de gildehuizen rond het plein zijn als modellen losgeknipt uit hun omgeving. Ze hangen als een halssieraad aan een kronkelend lint dat de kleuren heeft van de Brusselse vlag. Wellicht bedoelde de kunstenaar dit als een bijna letterlijke weergave van het onderschrift Joyaux de Belgique, of zoals het op de Engelstalige versie staat: Belgium's Jewels.

Tournai, 1950

Vue d'optique vers le ciel ou point de vue aérien… Tours sur ciel d'or — oftewel een perspectiefbeeld met torens tegen een gouden lucht. Zo beschreef Massonet zelf zijn monumentale affiche voor de Henegouwse stad Doornik (Tournai). De vijf indrukwekkende torens van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal vullen het beeld diagonaal van rechtsonder naar linksboven. Het lijkt op het effect van een groothoeklens, en de kans is groot dat de schilder ter voorbereiding foto's maakte. Die zijn niet bewaard gebleven, maar wel dergelijke foto's van kerken in andere steden.

De spitse torens steken af tegen een goudkleurige lucht die gedrukt is in duur glinsterende metallic inkt. Dat geldt ook voor de belettering tegen een lichte achtergrond. Net als op het Brusselse affiche luidt het onderschrift Joyaux de Belgique (juwelen of pronkstukken van België). Op de Engelse versie stond in dit geval Belgium's Art Treasures.

Malmédy, 1950

Een affiche dat qua aanpak verwant is met dat voor La Gaume maakt reclame voor Malmédy, een stadje in het oosten van de provincie Luik, niet ver van de Duitse grens. Het is een pastorale scène waarop een grote boom centraal staat; er vallen bundels zonlicht door de takken. Zoals op de meeste affiches van Massonet vormen de wolkenluchten een integraal onderdeel van het landschap.

Linksonder maakt een jager met geweer en twee jachthonden een praatje met een ruiter te paard. Rechts van de boom zien we een kortgebroekte jonge boer een geit aan een touw voeren. Daarachter rijzen de daken op van de huizen van Malmédy, met als beeldbepalend element de 18e-eeuwse voormalige abdijkerk met twee torens. Het herfstige kleurenpalet, de jager en de rookpluim uit een schoorsteen doen vermoeden dat het om een vroeg najaarstafereel gaat.

Luik, 1950

Een van de meest opmerkelijke affiches uit de serie is dat van de Waalse stad Luik. Het is een lofzang op de zware metaalindustrie langs de Maas. Overal tussen de kerken en monumenten op de heuvels staan fabrieken met schoorstenen die grote wolken rode en grijze rook uitspuwen — het lijken wel de zwaveldampen van het hellevuur op schilderijen van Jheronimus Bosch. Massonet schilderde ze met een grove penseel. De dikke bruine deken van smog boven de stad is voor hedendaagse beschouwers bepaald geen aanbeveling, maar in 1950 was het wellicht een teken van bruisende economische activiteit.

Onderaan loopt een spoorlijn met over de hele breedte een kringelende witte stoomwolk die zich aftekent tegen de donkere industriedampen. De stoom suggereert subtiel dat er net een trein het beeld uit is gereden. Twee jeugdige fietsers zwaaien de stoomtrein vrolijk na, en laten zich niet hinderen door giftige dampen of de gevaren van het fietsen langs de spoorlijn. Onderaan in de witte rand staat niet alleen de plaatsnaam, maar ook een sierlijke windroos met de situering van Luik ten opzichte van Belgische, Nederlandse en Duitse steden.

St-Hubert, 1951

Dit affiche beveelt Saint-Hubert aan als bestemming voor een reisje per trein naar de Ardennen. Het stadje in z'n bosrijke omgeving staat bekend als centrum van toerisme en van de jacht. Naamgever Sint Hubertus is dan ook de patroonheilige van de jagers. Op het affiche zien we een dicht en hoog naaldbos in bruinrode tinten, met een houthakker aan het werk op een zonovergoten open plek. Onderaan staat een kaartje met de (inter)nationale spoorverbindingen en een tekening van de Sint-Hubertusbasiliek.

Massonet bezocht ter voorbereiding meermaals de Ardense bossen. In kleine schetsboekjes legde hij zijn eerste indrukken vast, en maakte daarnaast foto's. In zijn atelier werkte hij dit materiaal uit. Uit de bewaarde voorstudies in aquarel blijkt dat de kunstenaar eerst een everzwijn en vervolgens een hert op de plaats van de houthakker had gedacht. Uiteindelijk koos hij toch voor een menselijk element.

En Belgique, 1950

Het affiche 'In België' kan gezien worden als een samenvatting of sluitstuk van Massonets serie toeristische spoorwegaffiches. Het laat de belangrijkste architectuurparels weerspiegelen in de glimmende voorkant van een stoomlocomotief. We zien onder andere het belfort van Brugge, de kathedraal van Antwerpen en het stadhuis van Brussel, met op de voorgrond een ruiterstandbeeld. Alle hoogtepunten zijn samengebald in één beeld om buitenlandse toeristen te verleiden de trein naar België te nemen.

Vergeleken met de andere affiches is de aanpak experimenteel, niet alleen vanwege het perspectief. De perfecte weerspiegeling op een locomotief die in werkelijkheid niet zo spiegelglad was, en de skyline die is samengesteld uit verschillende steden, zijn haast surrealistisch. Het ruiterbeeld lijkt bovendien wel naar voren te komen. Het kikvorsperspectief geeft een bijna bolvormig beeld, alsof we door een fisheye-lens kijken.