Ondanks de economische crisis floreerden de Duitse spoorwegen tussen de twee wereldoorlogen. Dat gold ook voor slaapwagen- en restauratiebedrijf Mitropa. Opgericht in de Eerste Wereldoorlog als Duitse tegenhanger van Wagons-Lits, kwam het daarna — ondanks opgelegde beperkingen — tot bloei.
De rijtuiginterieurs waren schatplichtig aan de Neue Sachlichkeit en Bauhaus, maar met een luxueuze in plaats van Spartaanse afwerking. De Mitropa-huisstijl en affiches laten zien dat ook in Duitsland de Art Deco was aangeslagen.
In de jaren 30 werd Mitropa ingezet voor nazipropaganda en -repressie. Na de oorlog werd het bedrijf opgesplitst, net als Duitsland zelf.
door Arjan den Boer
Tijdens de Eerste Wereldoorlog greep Duitsland z’n kans: het monopolie doorbreken van Wagons-Lits, het gehate Belgisch-Franse slaap- en restauratiewagenbedrijf. Met geconfisqueerde rijtuigen van Wagons-Lits, restauratiewagens van kleine Duitse exploitanten, slaaprijtuigen van de Pruisische Staatsspoorwegen en geld van
Duitse banken werd een Middeleuropese tegenhanger gevormd. Na de Duitse nederlaag beperkte het Verdrag van Versailles Mitropa tot Duitsland, Oostenrijk en noordelijke buurlanden. Later gold eenzelfde marktverdeling met Wagons-Lits. Angelsaksische investeerders gaven Mitropa internationaal draagvlak.
In 1916 vertrok een rechtstreekse trein van Berlijn naar Constantinopel, de Duitse tegenhanger van de Orient-Express. Deze Balkanzug verbond de bondgenoten Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Bulgarije en Turkije en diende vooral als propaganda-voertuig. De Balkanzug was mede aanleiding voor de oprichting van Mitropa in 1917.
De meeste Wagons-Lits-rijtuigen werden na de oorlog geretourneerd. Mitropa kreeg de beschikking over de hofrijtuigen van de afgezette Duitse keizer (zie foto).
In 1923 begon de modernisering van Mitropa's vloot met de bouw van 20 nieuwe stalen slaaprijtuigen. Vijf jaar later waren het er 68. Ze maakten comfortabele nachtreizen mogelijk naar alle uithoeken van het Duitse rijk en de buurlanden Nederland, Zwitserland, Oostenrijk, Tsjechoslowakije en — via boottreinen — Scandinavië.
Mitropa betrok Bauhaus-pionier Walter Gropius bij het ontwerp van de slaapcoupés. Hij adviseerde de gangbare overdadige decoraties weg te laten. In plaats daarvan ontstond een luxe uitstraling door gepolijste oppervlaktes en hoogwaardig materiaalgebruik. Gropius verwees naar de kostbare koffers van Vuitton die desalniettemin een puur functionele vakindeling bevatten.
Begonnen met een allegaartje aan oude rijtuigen, in de jaren 20 vervangen door strakke stalen exemplaren, kreeg Mitropa in 1927 een overkoepelende corporate identity — destijds iets geheel nieuws.
Het was graficus Karl Schulpig — bekend als de vader van het moderne logo-ontwerp — die Mitropa aan z'n herkenbare branding hielp. Alle rijtuigen kregen een bordeauxrode kleur met gele belettering en beeldmerk. Dat logo bestond uit een gestileerde adelaarskop (van de Reichsadler) bovenop de letter M annex adelaarsvleugels, met daaronder een wiel. Daarbij ontwierp Schulpig een eigenzinnig hoekig lettertype, geïnspireerd op houtsnedes, een ambacht dat hij zelf ook uitoefende.
In 1929 gaf Mitropa opdracht tot een tweede serie stalen rijtuigen. Fabrikant Wegmann leverde 35 restauratiewagens in aanvulling op de 40 van de eerste serie. Ze waren volledig van staal met geklonken kozijnen. De rijtuigen bestonden uit een moderne elektrische keuken en een rokersafdeling met 18 zitplaatsen, door een glaswand gescheiden van de eetzaal met ruimte voor 34 niet-rokers.
Het interieur was, onder invloed van de Nieuwe Zakelijkheid, strak en functioneel, maar met een luxe afwerking. Alle oppervlakten glansden. Deze kenmerken golden ook voor details zoals het servies.
In 1930 werden er drie miljoen maaltijden geserveerd in Mitropa-restauratierijtuigen.
Inmiddels exploiteerde Mitropa ook stationsrestaurants en verzorgde de catering voor de jonge luchtvaartmaatschappij Lufthansa. Voor de bevoorrading waren er centrale magazijnen in Berlijn en Hamburg met eigen slagerijen en bakkerijen. In het Moezeldal bezat Mitropa een wijngaard met bottelarij.
Behalve in de eigen restauratierijtuigen verzorgde Mitropa de catering in de luxetreinen van de Deutsche Reichsbahn, inmiddels ook grootaandeelhouder van Mitropa.
De meest legendarische van deze treinen was de Rheingold, die sinds 1928 van Nederland naar Zwitserland reed via het Duitse Rijndal. De rijtuigen waren gebouwd naar voorbeeld van de Pullman-rijtuigen van concurrent Wagons-Lits. Net als bij de Pullmans waren er geen aparte restauratierijtuigen; de reizigers werden op hun van tafeltjes voorziene zitplaatsen bediend. De witgejaste Mitropa-kelners misstonden niet in de overdadig gestoffeerde interieurs.
Mitropa exploiteerde ook de bar in het eerste Duitse dieseltreinstel dat vanaf 1933 Berlijn met Hamburg verbond. Van deze gestroomlijnde DR 877 bestond maar één exemplaar. Met een snelheid van 160 km/u was de Vliegende Hamburger enige tijd wereldrecordhouder.
Na de oorlog kwamen de rijtuigen onder beheer van de Rhätische Bahn zelf. Twee zijn er inmiddels gerestaureerd en doen weer dienst als restauratierijtuig. Wel heeft het bordeauxrood plaatsgemaakt voor donkerblauw en het opschrift Mitropa voor 'Gourmino'. Sinds 2008 zijn de Bernina- en Albulabahn UNESCO Werelderfgoed.
In 1928 wist Mitropa z'n territorium te voorzien van een kleine maar opvallende uitbreiding in Zuid-Zwitserland. Op de in 1910 geopende smalspoorlijn over het Berninamassief kwamen twee Salon-Speise-Wagen te rijden. Grote ramen met smalle tussenstijlen gaven de lunchende toeristen een panoramisch uitzicht.
In 1929 volgden drie restauratierijtuigen op de Albulabahn, ook met een spoorbreedte van 1 meter. Deze rijtuigen hadden minder panoramische ramen maar het interieur was fraai afgewerkt met licht hout. Vanaf 1930 reden ze in de beroemde Glacier Express, althans het gedeelte dat over de Rhätische Bahn voerde.
In 1933-34 kwam Hitler aan de macht. De Reichsbahn en Mitropa werden ingezet voor nazipropaganda. Aan het Reichsbahn-logo werd een hakenkruis toegevoegd. Het beeldmerk van Mitropa ontkwam daaraan; het paste blijkbaar al binnen de nazi-esthetiek. Het schijnt dat Gestapo-agenten in die periode verkleed als Mitropa-medewerkers exilanten opspoorden.
Hitler en andere nazi-kopstukken reisden regelmatig met Mitropa-rijtuigen. De gastronomie aan boord beviel de Führer blijkbaar: in 1937 werd Mitropa-kok Otto Günther overgeplaatst naar Hitlers privé-trein en tijdens de oorlog naar zijn hoofdkwartier de Wolfsschanze.
In de oorlog reden de Mitropa-rijtuigen ook in bezette landen, echter vooral voor militair verkeer. Vanaf 1943 waren alleen 'kriegswichtige Reisen' toegestaan. Er was een groot tekort aan personeel en materiaal. Aan het eind van de oorlog waren veel rijtuigen verwoest door geallieerde beschietingen of verspreid geraakt over het continent.
Net als Duitsland zelf werden de Reichsbahn en Mitropa in tweeën gedeeld. Oost-Duitsland behield de vooroorlogse namen: de spoorwegen als Deutsche Reichsbahn en Mitropa als een van de weinige aandeelvennootschappen in de DDR. Mitropa exploiteerde ook Oost-Duitse (weg)restaurants en hotels.
In West-Duitsland werden de Deutsche Bundesbahn (DB) en de Deutsche Schlafwagen- und Speisewagen Gesellschaft (DSG) opgericht. Het Mitropa-verleden bleef zichtbaar aan de kleur van de rijtuigen en tot 1971 aan het oude logo. Kort na de Wende werden beide bedrijven herenigd onder de oude naam, maar al snel viel Mitropa uiteen in onderdelen met andere namen.
In Oost-Duitsland werd het door Schulpig ontworpen logo van Mitropa aangepast om connotaties met de nazitijd te vermijden. De Reichsadler werd onthoofd zodat alleen de letter M overbleef. Het wiel daaronder kreeg extra spaken om de associatie met een hakenkruis te vermijden.
MITROPA, Duitse Art Deco in rijtuigen en op affiches
Met dank aan:
Verwante aflevering:
Tilo Köhler, Sie werden plaziert! Die geschichte der Mitropa, 2002
Gottfried Krüger-Wittmack, 75 Jahre Mitropa, Eisenbahn Journal Special 2/1992
Gregory Votolato, Transport Design: A Travel History, 2007
Freunde der MITROPA: Geschichte
Wikipedia (Duits):