retours
november 2014
In 1890 besloot de Russische tsaar tot de aanleg van een spoorlijn van Moskou naar Vladivostok. Deze langste spoorlijn ter wereld kwam pas in 1916 gereed. Op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs presenteerden Rusland en rijtuigexploitant Wagons-Lits de Transsiberië Express. Bezoekers konden de luxe aan boord ervaren in enkele echte rijtuigen.
Twee verschillende bewegende panorama's — een populaire presentatietechniek rond 1900 — gaven een beeld van de reis door de Oeral, Siberië en Mantsjoerije. Het ene was meer een attractie dan een kunstwerk. Het andere panorama vormde het langste schilderij ter wereld.
door Arjan den Boer
De Parijse Wereldtentoonstelling van 1900 trok 50 miljoen bezoekers. Er werden uitvindingen gepresenteerd als de geluidsfilm en de roltrap. Art Nouveau was de dominante kunststijl en het Grand Palais de grootste expositieruimte. Naast de nationale paviljoens was er een Exposition Coloniale bij het Trocadéro-paleis.
Rusland liet een Kremlin-achtig Pavillon de l'Asie russe et de la Sibérie bouwen door Roman Melzer (1860-1943), later hofarchitect van de tsaar. Opmerkelijk genoeg bevatte het twee panorama's over hetzelfde thema. Naast het spectaculaire Panorama Transsibérien was er het verfijnde Great Siberian Railway Panorama.
Het Russische Azië-paviljoen stond tegenover de Eiffeltoren op de andere oever van de Seine.
Rusland had goede contacten met Frankrijk en was dan ook op meerdere plaatsen op de expo vertegenwoordigd, zoals met een stoomlocomotief in het spoorwegpaviljoen.
Het grote panorama in een aparte vleugel was een reclamestunt van Wagons-Lits. Achter de ramen van vier echte rijtuigen wekte een ingenieus mechanisme de illusie van een rijdende trein. Het systeem was bedacht door de architect Georges Chedanne, die voor Wagons-Lits ook het Elysée Palace Hotel bouwde.
De decorschilders Jambon en Bailley beschilderen de doeken met Siberische landschappen, het Baikalmeer en de Chinese muur. De schilderingen bleven niet bewaard en hadden waarschijnlijk minder kunstzinnige en documentaire waarde dan het andere panorama.
Tussen een langzaam draaiend achtergronddoek en een snelle 'lopende band' met zand en stenen bewogen twee landschapsschilderingen met afwijkende snelheid; dit gaf een parallax-effect.
Het Panorama Transsibérien was een totaalervaring inclusief een Russisch en een Chinees 'stationsrestaurant'.
Het tweede bewegende panorama leek op het eerste gezicht veel bescheidener. Het was maar een halve meter hoog en werd vertoond in een kast van enkele meters. Het was echter gedetailleerder en veel langer. Het panorama balde het traject van 10.000 kilometer samen op 1 kilometer(!) doek, verdeeld over 9 rollen.
De aquarelschilder was Pavel Piasetsky. Hij kreeg in 1894 de opdracht van de Transsiberische spoorwegdirectie en werkte er jaren aan. Na een conflict over het honorarium betaalde tsaar Nicolaas II de kunstenaar. De tsaar bepaalde ook dat het panorama in 1900 naar de expo in Parijs zou komen.
Ondanks z'n bescheiden voorkomen oogstte Piasetsky's panorama de meeste lof. De jury van de expo kende het de gouden medaille toe en de schilder ontving de orde van het Légion d'honneur.
Bewegende panorama's waren in de mode rond 1900. Op de expo waren er nog meer zien, zoals het Cinéorama en Mareorama.
Pavel Yakovlevich Piasetsky (1843-1919) was een Russische arts, reiziger, kunstenaar en schrijver. In 1874 reisde hij als arts en kunstenaar mee met een expeditie naar China. Daarvan maakte hij zijn eerste, tientallen meters lange panorama. Later legde hij ook de kroning van de tsaar panoramisch vast.
De in Parijs getoonde rijtuigen van de Transsiberië Express waren nog ruimer en luxer dan andere rijtuigen van Wagons-Lits, zoals die van de Oriënt-Express. De extra ruimte was te danken aan het breedspoor dat in Rusland gebruikt werd. De inrichting was beïnvloed door de smaak van het tsarenhof.
Wagons-Lits exploiteerde al enkele jaren de Nord Express naar Sint-Petersburg en Moskou. De aansluitende Transsiberië Express was net gestart, maar had z'n einddoel nog niet bereikt. Rusland legde geld toe op de luxe treindienst ten behoeve van een goed imago in het Westen en vanwege koloniale ambities in het Oosten.
Het meest luxe rijtuig 725 had een inrichting in Lodewijk XV-stijl en was bekleed met marokijnleer.
Dit rijtuig gaf de Parijse bezoekers een vertekend beeld; het werd alleen privé verhuurd, zoals aan de Amerikaanse familie Vanderbilt.
Salonrijtuig 724, ingericht in de stijl van Lodewijk XVI, was gestoffeerd met roze en blauwe zijde. In de salon stonden fauteuils, zitbanken en een piano.
Voor de weergave van treininterieurs gebruikte Piasetsky een bijzonder 'opengeklapt' perspectief. Ook liet hij verschillende ruimtes naadloos in elkaar overlopen.
De afgebeelde badkamer bevond zich in een van de salonrijtuigen. Passagiers hadden wel eigen wastafels in hun slaapcoupé maar deelden één bad.
Een van de rijtuigen, ook te zien op het panorama, was voorzien van een bibliotheek met een selectie van zo'n 100 boeken in vier talen.
Na het besluit tot aanleg van de Transsiberische spoorweg in 1890 duurde het nog een klein decennium tot deze in gebruik werd genomen en zo'n 25 jaar tot de lijn was voltooid.
De spoorwegbouw vond plaats in afgelegen gebieden onder barre weersomstandigheden door soldaten en dwangarbeiders (gevangenen). Van deze realiteit laat het panorama weinig zien. Piasetsky beeldde wel bruggen in aanbouw af en arbeiders die bielzen leggen, maar gaf alles een lieflijk aanzien.
Vanaf 1894 reisde de kunstenaar de aanleg per trein achterna en gebruikte een fiets(!) als aanvullend vervoermiddel. Onderweg maakte hij schetsen; op instructie van de tsaar kreeg hij later een eigen atelierrijtuig. Voor de laatste delen, nog niet bereikt door de spoorlijn, reisde hij per schip over rivieren en meren.
Al in 1890 overschreed de spoorlijn de Oeral en daarmee de grens tussen Europa en Azië. Enkele jaren later was Omsk een van de eerste Siberische steden waar een station werd geopend. Zolang de brug over de rivier Irtysj nog in aanleg was werden spoorrijtuigen overgezet met met platte schuiten.
De Transsiberië Express vertrok in 1898 voor het eerst uit Moskou. Na een zesdaagse reis vormde de West-Siberische stad Tomsk het voorlopige eindstation, hoewel de spooraanleg al verder naar het oosten gevorderd was. Tomsk lag aan een zijtak van de spoorlijn omdat de rivier de Ob hier niet overbrugd kon worden.
Naast de luxe Transsiberië Express van Wagons-Lits en vergelijkbare Russische 'State Express' reden er ook gewone treinen met goedkope reizigersklassen over de Transsiberische spoorlijn. Daarnaast was de spoorverbinding van belang voor het goederenvervoer.
Toen de bodem bij Tomsk te drassig bleek voor een spoorbrug werd deze 70 kilometer verderop gebouwd. Voor de werklieden werd daar een nederzetting gesticht: Novonikolajevsk (Nieuw-Nicolaas, genoemd naar de nieuwe tsaar). Er stonden aanvankelijk slechts enkele eenvoudige houten hutten tussen de berkenbomen.
Dankzij de Transsiberische spoorweg zou de nieuwe nederzetting uitgroeien tot een van de grootste steden van Rusland. Door de nabijheid van een kolenbekken in combinatie met goede verbindingen over spoor en water werd het een industrieel centrum.
In 1925 gaf het Sovjetbewind de stad een nieuwe naam: Novosibirsk. Het inwonersaantal was inmiddels gegeroeid tot een kwart miljoen. Tegenwoordig wonen er 1,5 miljoen mensen.
Een van de meest opvallende verschijningen op de Transsiberische spoorlijn was het wagon-chapelle: een rijdend Russisch-orthodox kerkje. Piasetsky beeldde een van deze kapelrijtuigen af op zijn panorama. Ze waren niet zozeer bedoeld voor reizigers maar voor werklieden en stationspersoneel.
Door de lange afstanden in het nauwelijks bevolkte Siberië was er vaak geen kerk in de buurt. Bemand door een Russisch-orthodoxe priester reisden de rijtuigen van station naar station. Aan het uiteinde van het daklicht hingen luidklokken waarmee de gelovigen bijeengeroepen werden.
De rijtuigen kenden een complete Russische kerkinrichting, onder andere rijkelijk voorzien van iconen. Van buiten waren de rijdende kapellen herkenbaar aan de boogramen die waren geïnspireerd op de Byzantijnse architectuur.
Het Baikalmeer vormde een groot obstakel voor de Transsiberische spoorlijn die in 1898 Irkutsk bereikte. Het grootse en diepste zoetwatermeer ter wereld bevriest elke winter. Voor de overtocht was er de SS Baikal, een ijsbreker annex treinferry. Het stoomschip met op- en afrit voor de trein werd in 1897 in Engeland gebouwd.
Het schip werd als een bouwpakket in onderdelen naar Siberië vervoerd. Op het middendek van het 64 meter lange schip pasten 24 rijtuigen en een locomotief. De overtocht duurde 4 uur. In 1904 maakte de spoorlijn om de zuidzijde van het Baikalmeer de overtocht overbodig.
Om Vladivostok te bereiken reed de Transsiberië Express de laatste etappe over de Trans-Mantsjoerische spoorlijn door China. Deze was door de Russen aangelegd met Chinese toestemming.
Via de Chinese Eastern Railway konden passagiers vanaf 1901 ook naar Peking reizen. Dat dit op de expo van 1900 nog toekomstmuziek was belette niet dat in grote letters Moskou-Peking op de gevel van het Parijse paviljoen stond.
In jaar van de expo maakte de juwelier Fabergé in Sint-Petersburg een van z'n 50 befaamde paaseieren. Het was een opdracht van tsaar Nicolaas II als geschenk voor tsarina Alexandra Fjodorovna.
Het thema was niet verrassend gezien de nauwe band van Nicolaas II met de Transsiberische spoorweg. In 1890 had hij als kroonprins het startsein voor de aanleg gegeven in Vladivostok. Ook als tsaar bleef hij rechtstreeks betrokken.
In het zilver van het ei is de route van de Transsiberische spoorlijn gegraveerd; edelstenen markeren de belangrijke plaatsen. De verrassing is een miniatuurversie van de Transsiberië Express in goud en platina.
De locomotief met diamanten koplampen is opwindbaar met een gouden sleuteltje. De vijf rijtuigen dragen de opschriften post, dames, roken, niet-roken en kapel.
Tijdens de Russisch-Japanse Oorlog bleek de Transsiberische spoorlijn van groot militair belang. Vanaf 1916 was Vladivostok geheel over Russisch grondgebied bereikbaar, in plaats van door het betwiste Mantsjoerije.
De Oktoberrevolutie van 1917 maakte al weer een einde aan de Transsiberië Express; de Sovjets confisqueerden de rijtuigen van Wagons-Lits. Pas in 1931 stelde Intourist de route weer open voor buitenlanders.
In 1913 illustreerde Sonia Delaunay een gedicht van Blaise Cendrars over een reis als 16-jarige door Rusland in 1905: La prose du Transsibérien.
Het was een avant-garde versie van een Transsiberisch panorama, verticaal in plaats van horizontaal.
Het Panorama Transsibérien werd na afloop van de Parijse expo afgebroken; de rijtuigen gingen naar Rusland.
Piasetsky vulde na 1900 zijn panorama aan met een tiende rol over de nieuwe route ten oosten van het Bailkalmeer.
Het complete panorama werd in 1904 op de Louisiana Purchase Exposition in Missouri tentoongesteld.
Piasetsky's panorama is bewaard gebleven in de Hermitage in Sint-Petersburg. Het werd in 2004-2006 gerestaureerd met steun van de Russische Spoorwegen en in 2007 tijdelijk tentoongesteld in het Vitebski Station.
De Transsiberië Express op de Parijse Wereldtentoonstelling van 1900
George Behrend, Van Pullman tot TEE, 1979
Jean des Cars & Jean-Paul Caracalla, Le Transsibérien. L'Extreme Orient-express , 1986
Alexis Gregory, L'Age d'or du voyage 1880-1939, 1990
Erkki Huhtamo, Illusions in Motion. Media Archaeology of the Moving Panorama and Related Spectacles, MIT 2013
Galina Printseva, Сибирский путь Павла Пясецкого (The Siberian Route of Pavel Pyasetsky), Hermitage 2011
Gallica, bibliothèque numérique de la Bibliothèque nationale de France
State Hermitage Museum Restoration of Pyasetsky's Great Siberian Railway Panorama
Wikipedia: