retours juni-juli 2014
In Parijs loopt momenteel een grote tentoonstelling over de Oriënt-Express. In retours een korte geschiedenis van de beroemde trein aan de hand van 10 affiches met bijpassende brochures en foto's. Ze zijn deels te zien op de expositie en deels uit eigen collectie.
Deze papieren getuigen vertellen het verhaal van een eeuw Oriënt-Express. Ze gaven niet alleen praktische reisinformatie maar ook een beeld van de bestemmingen. Daarnaast illustreert hun wisselende vormgeving de veranderende tijdgeest.
Op papier was de reis vaak mooier dan in werkelijkheid. Op affiches oogde het oosten extra exotisch. Brochures beloofden een rechtstreekse reis naar Caïro en Bagdad, maar in werkelijkheid kwam de Oriënt-Express zo ver niet.
door Arjan den Boer
De eerste Oriënt-Express vertrok in 1883 uit Parijs. Het was een initiatief van Wagons-Lits in samenwerking met Franse, Duitse, Oostenrijks-Hongaarse en Roemeense spoorwegen. De laatste etappe naar Constantinopel voerde per schip over de Zwarte Zee – de spoorlijn tussen Belgrado en Sofia was nog niet af. In 1888 was het zover: in 66 uur reisde men rechtstreeks van Parijs naar de Ottomaanse hoofdstad.
Het eerste affiche uit 1888 was een co-uitgave van Franse en Engelse spoorwegen. Jules Chéret was een van de eerste ontwerpers van geïllustreerde affiches, nog vòòr Toulouse-Lautrec. Zijn affiche toont de trein bij Constantinopel en een routekaart waarop – enigszins bedrieglijk – ook Londen is aangeven.
De eerste brochure verscheen in 1887, net voor de rechtstreekse verbinding met Constantinopel. De opgenomen dienstregeling bood dan ook aansluiting op een Zwarte Zee-schip in Varna.
Paul Nadar maakte in 1890 de oudst bekende foto van de aankomst van de Oriënt-Express op z'n eindbestemming.
Met de rechtstreekse verbinding werd de Oriënt-Express een snel alternatief voor bootreizen voor diplomaten, kunstenaars en rijke toeristen. De rijtuigen van Wagons-Lits werden steeds comfortabeler en de service aan boord was legendarisch.
Een voor 1891 ongekend kleurrijke affiche is van de hand van de Spaanse schilder Rafael de Ochoa y Madrazo (1858-1935). De Süleymaniye-moskee in Constantinopel en twee gesluierde harem-vrouwen verbeeldden de Oriënt. Het affiche werd zonder zwarte tekst gedrukt zodat het later naar wens bedrukt kon worden.
De Eerste Wereldoorlog maakte een einde aan de eerste bloeiperiode van de Oriënt-Express.
Wagons-Lits bleef lang gebruik maken van het beeld van De Ochoa. Nog in 1912 verscheen een brochure met het inmiddels 20 jaar oude ontwerp op de voorzijde.
Foto's uit deze periode zijn schaars. Een glasdia uit 1903 laat een Amerikaanse dame zien tijdens een tussenstop van de Oriënt-Express in Niš (Servië).
Na de Eerste Wereldoorlog werd de kaart van Europa hertekend. Volgens het Verdrag van Versailles mocht de Oriënt-Express niet meer via Duitsland en Oostenrijk naar Turkije rijden. Een verbinding tussen de overwonnen Mittelmächte was onwenselijk. Daarom werd een nieuwe trein geïntroduceerd: de Simplon Oriënt-Express. Deze gebruikte de Simplon-tunnel die sinds 1906 Zwitserland met Italië verbond. Via Noord-Italië en de Balkan werd Constantinopel bereikt.
Het affiche uit 1921 onderscheidt zich van de eerdere door de heldere Art Deco-stijl. Illustrator Roger Broders werkte vooral voor de PLM, de spoorwegmaatschappij waarmee de Simplon-Express vertrok vanaf het Parijse Gare de Lyon.
In de jaren 20 en 30 bracht Wagons-Lits veel luxe uitgevoerde, rijk geillusteerde brochures uit om welgestelde reizigers aan te trekken.
Een markant fotomoment deed zich voor in 1929 toen de Simplon Oriënt-Express vijf dagen vast zat in de sneeuw. Agatha Christie baseerde er haar boek op.
Nieuw met de komst van de Simplon Oriënt-Express was de toevoeging van Athene als eindbestemming naast Constantinopel (vanaf 1928 Istanbul genoemd). In het Servische Niš werd de trein gesplitst. Via Skopje en Thessaloniki – tijdens de Balkanoorlogen door Griekenland veroverd – reden er rijtuigen door naar Athene.
Het affiche dat Joseph de La Nézière in 1926 ontwierp toont de Simplon Oriënt-Express aan de voet van de Akropolis, waarboven Griekse goden een hemelwagen berijden. Kleuren en rand zijn geïnspireerd op oud-Grieks roodfigurig aardewerk. Het promotiemateriaal speelde in op de Westerse interesse voor de Griekse Oudheid.
Ook in brochures van Wagons-Lits stond de Akropolis steevast symbool voor Griekenland.
Een populair motief op foto's van de Simplon Oriënt-Express is de 194 meter lange spoorbrug van Gorgopotamos. Deze brug zou in de Tweede Wereldoorlog door het Griekse verzet worden opgeblazen.
De (Simplon) Oriënt-Express reed nooit verder dan Istanbul. Toch verschenen er eind jaren 20 affiches met bestemmingen in het Midden-Oosten. Hiervoor moesten reizigers in Istanbul de Bosporus overvaren en op het Haydarpaşa-station een andere trein nemen. De spoorwegen van Ataturks nieuwe Turkije konden gebruik maken van de Anatolische Eisenbahn en de nog onvoltooide Bagdadbahn, ten tijde van de laatste sultans aangelegd door Duitse investeerders.
Vanaf 1927 mocht Wagons-Lits slaaprijtuigen inzetten naar de Noord-Syrische stad Aleppo. Joseph de La Nézière – van oorsprong een oriëntalistisch schilder – liet op zijn affiche de drukte zien aan de voet van de Citadel van Aleppo.
Een Turkse brochure uit 1926-27 markeert de inlijving van de Anatolische Eisenbahn door de Turkse staatsspoorwegen. Tot de hervormingen van 1928 gebruikten de Turken het Arabische schrift.
De spoorlijn in Oost-Turkije was tijdens de Eerste Wereldoorlog beschadigd. De brug bij Hacikiri werd provisorisch hersteld.
In 1930 introduceerden de Turkse spoorwegen en Wagons-Lits de Taurus Express als verlenging van de Simplon Oriënt-Express, vernoemd naar het Zuid-Turkse Taurusgebergte. In Aleppo werd de trein gesplitst. Een deel reed door naar Libanon met aansluiting voor Egypte. Het andere deel ging naar Tel Ziouane met aansluiting voor Bagdad. Tot aan Kirkuk werden de reizigers per auto(!) vervoerd. De laatste etappe naar Bagdad werd afgelegd per smalspoorlijn.
Pas in 1940 kwam de rechtstreekse verbinding met Bagdad gereed. Op het affiche uit 1931 werd de omslachtige reis echter al veilig, snel en economisch genoemd. Roger Broders beeldde de Boog van Ctesiphon bij Bagdad af.
Een brochure voor de Simplon Orient- en Taurus Express gaf aan dat deze treinen drie continenten met elkaar verbonden, zij het met enkele noodgrepen.
De Bagdadspoorlijn was in 1933 in gebruik tot Tel Ziouane in Syrië. Daar stonden automobielen klaar om de passagiers naar Kirkuk in Irak te brengen.
Een reis per Simplon Oriënt-Express naar de piramides van Egypte bestond alleen op papier. In Istanbul moest men overstappen op de Taurus Express, die na Aleppo niet verder kwam dan Tripoli in Libanon. Een Rolls Royce-bus voerde vervolgens naar Haifa. De Palestijnse Spoorwegen brachten de reizigers via Gaza naar Kantara aan het Suezkanaal. Omdat daar nog geen brug was volgde een laatste overtocht en overstap. Vanaf London waren er vijf treinen, drie schepen en een autobus aan te pas gekomen, maar na zeven dagen was men toch echt in Caïro.
Op het affiche, in 1930 gemaakt door J. Touchet, lijkt er een rode lijn van Londen naar Caïro te lopen. Pas als je beter kijkt zie je de stippellijnen.
Na de ontdekking van het graf van Toetanchamon in 1922 stond het oude Egypte volop in de belangstelling. De brochure van Wagons-Lits, geïllustreerd door J. Briquemann, speelde hier op in.
Van Libanon naar Palestina reisde men per Rolls Royce-bus, die bij gebrek aan wegen deels over het strand reed!
Tussen de wereldoorlogen zag naast de Simplon Oriënt-Express nog een nieuwe trein het licht: de Arlberg Oriënt-Express. Deze reed door Noord-Zwitserland naar Oostenrijk. De route lag tussen die van de klassieke Oriënt-Express en de nieuwe Simplon-route in. Deze verbinding met Wenen was oorspronkelijk voor militairen en diplomaten die Duitsland moesten mijden.
De trein reed om de dag, afgewisseld door de klassieke Oriënt-Express, naar Budapest. Er waren ook doorgaande rijtuigen naar Istanbul, die in Belgrado aan de Simplon Oriënt-Express gekoppeld werden.
De Oostenrijkse spoorwegen brachten in 1931 een affiche uit naar ontwerp van Alois Mitschek (1889-1974).
Brochures voor de Arlberg Oriënt-Express promootten meestal ook de klassieke Oriënt-Express die via Zuid-Duitsland reed. De dienstregelingen waren nauw met elkaar verweven.
Het is niet direct te zien of op het Weense Westbahnhof in 1931 de Arlberg- of de 'gewone' Oriënt-Express is gefotografeerd.
Na de Tweede Wereldoorlog verloor de Simplon Oriënt-Express z'n glans. Materieel was verouderd, welgestelden kozen het vliegtuig en de Koude Oorlog bemoeilijkte de doorgang op de Balkan. De reistijd nam toe in plaats van af.
Wagons-Lits gaf geen promotiemateriaal meer uit voor de Simplon Oriënt-Express. Het affiche uit 1947 van Walter Spinner is uitgebracht door de Commission Romande de la Ligne du Simplon, die de bereikbaarheid van Franstalig Zwitserland behartigde. Het verklaart waarom het Zwitserse traject is uitvergroot. Doorgaande lijnen naar Bagdad en Caïro waren inmiddels feitelijk correct, maar rond 1950 namen de spanningen in het Midden-Oosten toe.
In Frankrijk, Zwitserland en Italië werd inmiddels elektrisch gereden, zoals het promotiemateriaal laat zien. De tijdswinst ging weer verloren op de Balkan.
Voor de oorlog bestond de Simplon Oriënt-Express uitsluitend uit luxe rijtuigen van Wagons-Lits. In 1950 reden er zelfs lokale derdeklas rijtuigen mee op de Balkan.
In 1977 reed de laatste rechtstreekse trein van Parijs naar Istanbul. De publiciteit rond het einde van de Oriënt-Express leidde tot een revival. Een rijke Amerikaan kocht oude rijtuigen van Wagons-Lits en restaureerde ze voor zijn Venice-Simplon Orient Express: een luxe 'railcruise' tussen Londen, Parijs en Venetië. Eens per jaar rijdt de VSOE door naar Istanbul.
Bij een retrotrein horen retro-affiches. De VSOE schakelde Pierre Fix-Masseau in, affichemaker sinds 1928. Hij ontwierp een reeks affiches in Art Deco-stijl, maar lettertype en -kleur verraden de datering rond 1980. Het affiche met het Meer van Genève toont een papieren werkelijkheid: ondanks de naam rijdt de VSOE niet over de Simplon-spoorlijn!
In advertenties haakte de VSOE in op nostalgische en romantische gevoelens. Toch zijn de geënsceneerde foto's onmiskenbaar van rond 1988.
Om praktische redenen rijdt de VSOE niet de oorspronkelijke Simplon-route naar Venetië, maar via Zürich en Innsbruck – deels de route van de Arlberg-Express.
Affiches en brochures voor de Oriënt-Express 1888-1988
Expositie Orient-Express
t/m 31 augustus 2014
Institut du Monde Arabe, Parijs
zie: bespreking op Historiek
Verwante afleveringen:
Catalogue Il était une fois l'Orient Express, Institut du monde Arabe, Paris 2014
Jürgen Klein und und Albert Mühl, Reisen in Luxuszügen. Die Internationale Schlafwagen-Gesellschaft Freiburg 2006
Jürgen Lodeman und Manfred Pohl, Die Bagdadbahn Mainz 1989
Werner Sölch, Orient-Express. Glanzzeit und Niedergang eines Luxuszuges Düsseldorf 1974
Wikipedia: