Bugatti automobiel en autorail, Cité du Train, Mulhouse | Foto: Laurent Henri B/Flickr

Autorails Bugatti, Franse motorwagens uit de jaren 30

Le Pur Sang du Rail

december 2014

English version

Met de opkomst van automotrices en autorails — motorwagens en railbussen — richtten autofabrikanten zich rond 1930 op de spoor­wegen. Zij hadden immers ervaring met verbrandings­motoren en carrosserieën uit één stuk, terwijl de autoverkoop was teruggelopen door de economische crisis.

In Italië bouwde Fiat de Littorina's. In Frankrijk introduceerde Renault de autorail, eerst alleen nog voor smalspoor. Banden­fabrikant Michelin bedacht de Micheline, een rail­voertuig met rubberbanden.

Ook Bugatti — in de Elzas gevestigde autofabrikant van Italiaanse komaf — kwam in 1933 met een autorail. Deze onderscheidde zich door de gestroomlijnde vorm en zeer hoge snelheid.

door Arjan den Boer

Jean Bugatti met Bugatti Royale Type 41, ca. 1930 | Foto: archief Bugatti

Bugatti

Rond 1900 vestigde de Italiaan Ettore Bugatti zich in de destijds Duitse Elzas. Na voor andere autofabrikanten gewerkt te hebben startte hij in 1909 zijn eigen bedrijf in Molsheim. Bugatti verwierf faam als maker van de snelste en meest exclusieve automobielen. Sinds de Eerste Wereldoorlog hoorde de Elzas bij Frankrijk.

Na een succesvolle periode volgde de economische crisis. Er bleek weinig vraag naar de zeer grote en dure Bugatti Royale Type 41. Om de hiervoor ontwikkelde motor toch kwijt te kunnen richtte Bugatti zich op een nieuwe markt: de spoorwegen. Samen met zijn zoon Jean ontwierp Ettore Bugatti de Wagon Rapide.

Motoren

De achtcilinder Royale-motor was enorm: 1,3 meter lang, 350 kilo zwaar en een cilinderinhoud van bijna 13000 cm³. Het vermogen bedroeg 300 pk.

De autorail, zoals de 'wagon rapide' al snel genoemd werd, beschikte over maar liefst vier van deze motoren. Ze stonden in tandem geplaatst in het midden van de motorwagen. Ze waren iets aangepast tot een vermogen van 200 pk — samen dus 800 pk. De motoren hadden een dubbele ontsteking en dry-sump smering. Ze reden op een mengsel van benzine, benzeen en alcohol.

Motor Autorail Bugatti, 1935. Cité de l'Automobile, Mulhouse | Foto: François el Bacha

Draaistellen

De draaistellen waren misschien wel het belangrijkste onderdeel van de autorails. De vier assen van elk draaistel waren per twee gegroepeerd zodat scherpe bochten zonder snelheidsvermindering genomen konden worden. Ontsporen was vrijwel onmogelijk.

De wielen waren opgebouwd uit drie ringen met rubber ertussen waardoor trillingen geëlimineerd werden. De door Bugatti zelf ontwerpen schokdempers zorgden voor een comfortabel rijgedrag.

Het chassis bestond uit twee zeer sterke frames met dwarsbalken. De stalen bodemplaat was over de hele lengte geklonken voor optimale stijfheid.

Draaistel van Autorial Bugatti als monument in Molsheim | Foto: harry_nl/Panoramio
Vertrek presidentiële trein van Paris Saint-Lazare naar Cherbourg, 1933 | Archief La Vie Du Rail / Photorail

Présidentiel

De eerste autorail Bugatti werd gebouwd in 1933 en ingezet op het traject Parijs-Deauville met een gemiddelde snelheid van 116 km/h. De Franse president Albert Lebrun reisde ermee van Parijs naar Cherbourg. Het scheelde hem een uur reistijd. De gelegenheid was de opening van het Gare maritime transatlantique.

Sindsdien werden de autorails van dit eerste type, waarvan er in 1934-36 nog acht werden gebouwd, Présidentiel genoemd. De motorwagens hadden 48 zitplaatsen en waren ruim 23 meter lang. Het presidentiële gebruik en de daarop gebaseerd naamgeving droegen bij aan het luxe imago van de Bugatti's.

Autorail Bugatti, voorzijde La Science et la Vie, 1933 | Ill. Roger Soubie (collectie Arjan den Boer)

Design en interieur

De gestroomlijnde vormgeving gaf de autorails een modern uiterlijk. De voor- en achterzijde waren afgevlakt met een lichte bolling. De scherpe hoeken naar de zijden toe waren minder aerodynamisch.

Binnen hadden de passagiers een panoramisch zicht, aan de uiteindes niet belemmerd door de bestuurder. Die zat in een soort kraaiennest, een verhoogde cabine in het midden boven de motoren. Het moet spectaculair zijn geweest om voorin de Bugatti te zitten bij een snelheid van zo'n 150 km/uur.

De passagiers zaten op ruime en comfortabele buisfauteuils met verstelbare rugleuningen. In de eerste klas beschikten ze over hoofdsteunen. Er was een kleine boordkeuken met bediening op de zitplaatsen.

Autorail Bugatti ZZy 24408, Cité du Train, Mulhouse | Foto: Arjan den Boer
Bestuurder in cabinekoepel Autorail Bugatti, 1937 | Foto: Lelaidier / Photorail
Interieur en uitzicht Autorail Bugatti, Cité du Train, Mulhouse | Foto: Arjan den Boer
Prototype Micheline type 5, París-Deauville, 1931 | Fotograaf onbekend/Wikimedia Commons

Al rond 1930 experimenteerde ETAT met dieselmotorwagens van Renault. In 1933 volgden de Micheline — een railbus op luchtbanden door Michelin — en de autorail Bugatti. Ze reden beide op het traject Paris-Deauville.

Bestuurder bij Autorail Bugatti, 1937 | Foto: Lelaidier / Photorail

Etat

De eerste spoorweg­maatschappij die Bugatti's in gebruik nam was de Chemins de fer de l'Etat. Deze was eind 19e eeuw door de Franse staat opgericht voor onrendabele lijnen in het westen van het land en uitgegroeid tot een van de vijf grote réseaux.

In 1928 werd Raoul Dautry directeur van ETAT. Hij ging met moderniseringen de concurrentie aan met het opkomende autoverkeer. Nieuwe lijnen werden aangelegd, het traject Paris-Le Mans geëlektrificeerd. Nieuwe treintypes werden geïntroduceerd, zoals de Micheline en de Autorail Bugatti.

Hildenbrand, de vaste affichiste van ETAT, maakte een stemmig affiche voor de Bugatti's met als thema snelheid.

Affiche Vitesse, ETAT, 1934 | Ontwerp: Hildenbrand (Cottone Auctions)
Affiche Paris-Lyon, Automotrice Bugatti, PLM 1935 | Ontwerp: E.A. Schefer (La Vie du Rail)

PLM

De tweede maatschappij die autorails van Bugatti inzette was de PLM, die Parijs met Lyon en de Middellandse Zee verbond. Op deze lange afstanden was de hoge snelheid van de Bugatti's zeer welkom. Ze reden vanaf 1934 naar naar Vichy en Lyon, en het jaar daarop ook tussen Marseille en Nice.

De Bugatti's brachten de reistijd tussen Parijs en Lyon terug tot minder dan 5 uur, zoals een affiche liet zien. Het werd voor de PLM gemaakt door spoorschilder en illustrator Émile André Schefer. De voornaamste kenmerken van de autorails, de snelheid en het moderne uiterlijk, kwamen daarop goed naar voren. Er was ook een versie Parijs-Vichy, die een reistijd van nog geen 4 uur aangaf.

Autorail Bugatti van de PLM, ca. 1935 |  Foto: Raymond Floquet (La Vie du Rail/Photorail)

In 1938 werden de vijf grote spoorweg­maatschappijen, waaronder ETAT en PLM, samengevoegd en genationaliseerd. Ook de spoorwegen van de Alsace-Lorraine (AL), — eveneens eigenaar van enkele Autorails Bugatti — gingen hierin op.

Alle Bugatti's waren vanaf dat moment van de SNCF.

Autorail Bugatti bij het station van Cannes, ca. 1937 |  Foto: SCH÷TLI/La Vie du Rail/Photorail
Le pur sang du rail: l'automotrice rapide Bugatti, PLM ca. 1935 | Collectie Wolfsonian-FIU

Spoorwegmaatschappij PLM bracht rond 1935 een brochure uit die de reclameslogan van de fabrikant letterlijk overnam. Ook het renpaard uit Bugatti-reclame werd gebruikt. Zo profiteerde het spoorbedrijf mee van het luxe en snelle imago van Bugatti.

Schets en affiche Le Pursang de l'Automobile et du Rail | Lidia Bugatti, 1936

Reclame

Bugatti maakte ook zelf reclamemateriaal, gericht op spoorwegmaatschappijen in binnen- en buitenland, maar ook op autokopers. Het moderne imago van de autorails straalde immers af op de automobielen. De reclameslogan Le Pur Sang de l'Automobile werd uitgebreid met et du Rail.

In 1936 verscheen een affiche, getekend door dochter/zus Lidia Bugatti (1907-1972), met een autorail, automobiel en renpaard in volle vaart. In 1938 maakte R. Géri, die vaker voor Bugatti werkte, een kleurrijker variant.

Bugatti presenteerde de autorails op de Wereldexpo van 1937. Hoewel er veel internationale belangstelling was — zowel op de expo als in het algemeen — is het nooit van export gekomen.

Affiche Bugatti Automobiles Autorails, 1938 | Ontwerp R. Géri (Bugatti Trust, Prescott)
Advertentie snelheidsrecord Strasbourg-Paris, 1935 | Collectie Arjan den Boer

Snelheidsrecords

De autorails blonken uit in snelheid, net als Bugatti's auto's. Daarom waren ze in tegenstelling tot andere motorwagens geschikt voor sneltreinverkeer op lange afstanden.

De eerste autorail haalde bij testritten al een topsnelheid van 173 km/h. Tussen Straatsburg en Parijs werd in 1935 een gemiddelde van 130 km/h gehaald. In 1937 werd op hetzelfde traject het wereldrecord voor railvoertuigen gevestigd met maar liefst 196 km/uur, gemeten over 10 kilometer.

De Bugatti's braken ook een remrecord. Alle 16 wielen wielen waren voorzien van trommelremmen. Bij een snelheid van 150 km/h bedroeg de remweg slechts 600 meter.

Advertentie wereldrecord Autorail Bugatti, 1937 | Collectie Arjan den Boer

Snelheidsrecords zijn moeilijk objectief vast te stellen. Ze hangen af van meetmethodes en omstandigheden. Niet alle claims van fabrikanten worden erkend. Het Bugatti-record werd in ieder geval snel overtroffen. De Britse stoomloc Mallard haalde 202 km/h in 1938 en het Duitse dieseltreinstel SVT 137 155 een jaar later 215 km/h.

Schnelltriebwagen SVT 137 155, Deutsche Reichsbahn 1938 | Ontwerp: Franz Kruckenberg (collectie Arjan den Boer)

Varianten

Het succes van de Bugatti's leidde al snel tot varianten met meer zitplaatsen en minder motoren. De vier motoren waren namelijk brandstofslurpers, terwijl hoge snelheden lang niet overal nuttig waren. Na 1935 werden daarom nauwelijks viermotorige Wagons Rapides meer gebouwd maar vooral tweemotorige Wagons Légers (lichte motorwagens). Hun motorkracht bedroeg 400 in plaats van 800 pk.

Om de capaciteit te verhogen werden verdubbelde exemplaren gebouwd (Double) met harmonica­verbindingen tussen beide delen, samen 42 meter lang en goed voor 74 zitplaatsen. In 1937 kregen de Surallongés een verlengde carrosserie van 25 meter voor 73 zitplaatsen.

Automotrice Bugatti Double van de PLM op station Vichy, ca. 1935 | Fotograaf onbekend/Wikimedia Commons

In 1936 werd de langste autorail geïntroduceerd: de driedelige 'Triple' van 60 meter met 144 zitplaatsen. Met deze lengte waren aan de uiteindes bestuurdersplaatsen nodig, omdat de hoge cabine in het midden te weinig zicht gaf bij rangeren.

Automotrice Bugatti Triple met presidentiële aankleding, ca. 1936 | Photo Carabin

Fabriek Molsheim

Bugatti was oorspronkelijk een ambachtelijk bedrijf. De exclusieve auto's werden in kleine series geproduceerd door lokale werklieden en Ettore Bugatti zag zelf toe op elk detail. Het succes van de autorails maakte van Bugatti echter een industrieel bedrijf. Externe arbeiders moesten worden aangetrokken, vakbonden zorgden voor andere verhoudingen. Ettore kon niet meer de controle uitoefenen die hij gewend was en liet de leiding over aan zijn zoon Jean.

Ontwerpafdeling van Bugatti in Molsheim, ca. 1935 | Foto: Domboy / Photorail
Productie autorails in de Bugatti-fabriek, Molsheim 1937 | Foto: Lelaidier / Photorail

Einde

De motorwagens van Bugatti waren een relatief kort leven beschoren. Al na zo'n 20 jaar werden ze uit dienst genomen, de laatste in 1958. Reden: het hoge brandstof­verbruik. Net als Bugatti-auto's waren ze mooi en snel, maar bepaald niet zuinig. Van de 88 Autorails Bugatti is er slechts één bewaard gebleven.

Het bewaarde exemplaar is nummer vier van de eerste serie Présidentiel, gebouwd in 1934. Hij werd tot 1970 ingezet als meetrijtuig. In 1980 werd de Bugatti teruggebracht in oorspronkelijke staat. Tegenwoordig staat hij in het museum Cité du Train in Mulhouse, niet zo ver van de plek waar hij 80 jaar geleden is gebouwd.

Autorail Bugatti ZZy 24408 in Cité du Train, Mulhouse | Foto: Franky De Witte
Autorail Bugatti als meetrijtuig van de SNCF, ca. 1970 | Foto: La Vie du Rail / Photorail

Meetrijtuig

Als meet- en controlerijtuig werd de laatste Bugatti in de jaren 60 flink aangepast. Het was ingericht als een klein laboratorium met generatoren, accu's, volt- en ampèremeters en oscilloscopen. Er waren ook vier slaapplaatsen gemaakt voor het personeel in geval van meerdaagse ritten.

Autorails Bugatti, Franse motorwagens uit de jaren 30

kaart

Literatuur

Richard Adatto, Julius Kruta, Christina Japp, The Art of Bugatti, 2010

Pierre Barry, Les Bugatti. Ces pur-sang du rail... in: La Vie du Rail, 26-02-1981

William Boddy, The Bugatti Story, 1960

Barry Eaglesfield, Bugatti the Designer, 2013

Online bronnen

Photorail, La Vie du Rail

Bugatti Builder, forum

The Bugatti Revue: Géri drafts for Bugatti

Wikipedia (Frans):